6
Richtlijnen voor ontwerpen en afdrukken
Inleiding
3D-printers bieden veel meer vrijheid op het gebied van ontwerpen dan andere traditionele
productietechnologie. Ontwerpers en technici kunnen hiervan profiteren en nieuwe geometrische vormen en
concepten gebruiken die voorheen niet mogelijk waren. Om het ontwerp te kunnen optimaliseren dat moet
worden afgedrukt met MJF, moet u op de hoogte zijn van een aantal kenmerken en de mogelijkheden van het
afdrukproces, aangezien dit u kan helpen om het beste uit de technologie te halen.
De richtlijnen voor ontwerpen en afdrukken bieden een overzicht van de procedures die moeten worden
gevolgd om een afdruktaak te verzenden, van het voorbereiden van het bestand tot de aandachtspunten
die in overweging moeten worden genomen bij het ontwerpen van de onderdelen en de afdrukstand van
deze onderdelen in het buildcompartiment, om de kwaliteit van het eindonderdeel en de afdrukprestaties te
optimaliseren.
Bestanden voorbereiden
Bestandsgebruik in de volledige werkstroom
In de volledige werkstroom van het afdrukproces doorlopen de bestanden verschillende softwaretoepassingen.
Het eerste ontwerp kan bijvoorbeeld worden gedaan in een CAD-programma terwijl de voorbereiding van de taak
kan worden uitgevoerd in HP SmartStream 3D Build Manager. Indien nodig kan het afgedrukte onderdeel in 3D
worden gescand en worden vergeleken met het oorspronkelijke ontwerp.
Minimumspecificaties voor onderdelen
HP raadt u aan bij het ontwerpen van onderdelen in uw 3D-modelsoftware deze minimale specificatie in acht te
nemen om problemen met onderdelen te voorkomen en de beste kwaliteit te realiseren.
De minimale afdrukbare eigenschappen van de vlakken X, Y en Z zijn als volgt:
28
Hoofdstuk 6 Richtlijnen voor ontwerpen en afdrukken