2.3 IN DE MUUR BOREN (P5)
Let op: als u het gat boven de begane grond
boort, zorg er dan voor dat een gebied is bevei-
ligd en dat tijdens het boren de buitenruimte on-
der toezicht staat, totdat het boren is voltooid.
INLAAT- EN UITLAATOPENINGEN
-
Deze bewerking moet worden uitgevoerd met
het juiste gereedschap (diamantpunt of kern-
boringen), boor met de afstand tot de vloer
en/of het plafond en houd deze horizontaal
door middel van een waterpas.
-
Gebruik een proefboor om het midden
van elk te boren kerngat te markeren.
Gebruik een kernboorkop met een diameter
van 162 mm om de twee gaten voor de in- en
afvoer van de lucht te boren.
Het wordt aanbevolen dat de gaten een licht
neerwaartse helling van 3-5 graden hebben om
terugstroming van water uit de leidingen te voor-
komen.
Binnen en buiten
6
OSLO 4.2
AFVOERGAT (P13)
Deze airconditioner heeft een dubbel systeem
om het condensaatvocht automatisch af te voe-
ren. Voordat u de airconditioner installeert, kiest
u welk systeem geschikt is voor uw installatie.
Lees de volgende instructies aandachtig door.
Systeem „A": boor een gat in de muur met een
diameter van 30 mm op de positie die is aange-
geven in het papieren sjabloon. Drainage vindt
plaats door de zwaartekracht. Om deze reden
is het essentieel dat de afvoerleiding over de
hele lengte een minimale neerwaartse helling
van minstens 3 graden heeft: sluit de afvoerlei-
ding (van de rubberen aansluiting) aan op de air-
conditioner (achterkant) nadat u de zwarte rub-
beren beker hebt losgekoppeld (zie afbeelding
P13). Met deze oplossing kunt u het condens-
aatvocht naar een geschikte plaats afvoeren om
uw buren geen problemen te bezorgen.
Als u systeem „A" gebruikt, trek dan niet de zwar-
te rubberen beker uit het systeem „B".