2.1 POSITIONERING VAN DE AIRCONDITIO-
NER (P3)
Om de beste prestaties van uw airconditioner
te behouden en storingen of gevaren te voorko-
men, moet u de airconditioner op de juiste ma-
nier plaatsen. Volg de onderstaande richtlijnen
en instructies volledig op, want als u dit niet doet,
kan dit leiden tot mogelijke installatieproblemen.
- De airconditioner moet worden geïnstalleerd
op een buitenmuur met toegang naar buiten
met een vrije ruimte van minimaal 2 meter
naar buiten.
- De airconditioner moet worden gemonteerd
zodat er rondom ruimte overblijft, zoals geïl-
lustreerd in het papieren sjabloon.
- De muur waarop de airconditioner is geïnstal-
leerd, moet stevig zijn en bestand zijn tegen
het gewicht van de airconditioner.
Nadat u de beste plaats voor installatie hebt
bepaald, zoals hierboven beschreven, moet u
controleren of de muur in het gekozen gebied
kan worden geboord zonder andere structuren
of installaties (balken, pieren, leidingen, draden,
enz.) te hinderen.
Zorg er ook voor dat er zich geen obstakels op
de buitenmuur bevinden, die de luchtcirculatie
door de geboorde gaten kunnen belemmeren
(bijvoorbeeld planten en hun bladeren, lamellen
of panelen, afvoerleidingen, overlopen en roos-
ters, enz.). Eventuele obstakels kunnen de juiste
werking van de lucht belemmeren conditioner.
Buiten
Binnenshuis
2.2 PAPIEREN SJABLOON (P4)
Bevestig het sjabloon aan de muur nadat de vol-
gende richtlijnen grondig zijn gecontroleerd.
- Boor geen gaten tot u er volledig zeker van
bent dat er geen obstakels zijn in het gebied
dat u wilt boren en dat er geen obstakels zijn
die door de constructie van de muur verbor-
gen kunnen worden, bijvoorbeeld: Elektrische
bedrading, water- en gasleidingen of steunen
of balken.
- Zorg ervoor dat een waterpas wordt gebruikt,
aangezien de airconditioner waterpas moet
worden ingesteld.
- Volg de volledige installatie-instructies.
OSLO 4.2
5