personen (waaronder kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vermogens, of
met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
ze onder toezicht staan van of instructies heb-
ben gekregen over het gebruik van het apparaat
door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehou-
den om ervoor te zorgen dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
ELEKTRONISCHE SYSTEEMAANSLUITING
GEEN CONDENSAATAFVOER
Om het elektronische condensafvoersysteem
aan te sluiten dat al op de machine is gemon-
teerd, is het niet nodig om nog meer gaten in de
muur of op het installatieoppervlak van de air-
conditioner te boren.
Nadat u de gaten in de muur hebt geboord voor
de inlaat en afvoer van lucht vanaf de zijkant van
de toevoerventilator, vindt u het toevoermond-
stuk zoals weergegeven in FIG.1
Sluit vervolgens de meegeleverde Rilhsen-buis
aan en controleer of deze perfect hecht zonder
dat deze kan worden verwijderd, of gebruik spe-
ciale kleefstoffen om een perfecte afdichting op
het mondstuk te garanderen.
Verbind het andere uiteinde van de buis met het
afvoerrooster zoals weergegeven in de afbeel-
ding, nadat u dit hebt gemeten voor de lengte
van het geboorde gat door + 7 cm toe te voegen
voor flexibiliteit bij de montage. (FIG.2/FIG.3) Be-
veilig het rooster en plaats de airconditioningunit
hieronder, zodat u wat ruimte overhoudt om te
werken. OPMERKING: tijdens de uitschakelfase
kan er een paar druppels groter water uit komen.
Minimaal elke 6 maanden onderhouden
N: B: er kunnen tijdens het uitschakelen enkele
druppels groter water vrijkomen. Minimaal elke 6
maanden onderhouden.
Afhankelijk van het gekozen rastertype zal het
uiteindelijke resultaat als volgt zijn:
N.B. HET AFVOERKITSYSTEEM ZONDER
CONDENSAAT KAN HET OMGEVINGSGE-
LUID VERHOGEN. TIJDENS HET UITSCHA-
KELEN VAN DE AIRCONDITIONER ZAL HET
SYSTEEM AL HET RESTERENDE CONDENS-
20
OSLO 4.2
AAT IN DE TANK AFVOEREN. DAAROM KAN
OMGEVINGSGELUID GEDURENDE ENKELE
SECONDEN EEN TIJDJE NORMAAL ZIJN