Inhoudsopgave
Advertenties
3.5 DROGE MODUS
3.6 VENTILATORMODUS
12
OSLO 4.2
Volgorde van de bewerkingen
Druk op de AAN/UIT-knop, schakel de
airconditioner in, deze werkt in de ge-
heugenmodus.
Druk op de MODE-knop om de droogmo-
dus in te stellen, de airconditioner wordt
ontvochtigd.
Druk op de UP- of DOWN-knop om de
insteltemperatuur aan te passen
De FAN SPEED-knop is uitgeschakeld;
de snelheid van de binnenventilator is
altijd laag in de droge modus.
Druk op de AAN/UIT-knop om de aircon-
ditioner uit te schakelen. De volgende
keer dat op deze knop wordt gedrukt,
werkt de airconditioner in deze modus op
basis van het geheugen.
Volgorde van de bewerkingen
Druk op de AAN/UIT-knop, schakel de airconditioner
in, deze werkt in de geheugenmodus.
Druk op de MODE-knop om de modus in te stellen op
ventilator, de airconditioner zal in de ventilator draai-
en.
Druk op de UP- of DOWN-knop om de insteltempera-
tuur aan te passen
Druk op de FAN SPEED-knop, stel de ventilatorsnel-
heid in, is lage snelheid, is gemiddelde snelheid, is
hoge snelheid. (knipperend) is automatische snelheid.
Voor een automatische ventilator wordt de snelheid
gekozen door het verschil tussen de kamertempera-
tuur en de ingestelde temperatuur.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >5°C, hoge
snelheid.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >3°C, gemid-
delde snelheid.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >1°C, lage
snelheid.
Druk op de AAN/UIT-knop om de airconditioner uit te
schakelen. De volgende keer dat op deze knop wordt
gedrukt, werkt de airconditioner in deze modus op ba-
sis van het geheugen.
Advertenties
Inhoudsopgave
