3.12 BEDIENINGSFUNCTIE AAN BOORD
*Alleen voor model OSLO 4.2
RUNNING LED: Geef de werkende status van de compressor aan
AAN/UIT-KNOP: zet de airconditioner aan of uit
MODUSKNOP: stel de bedrijfsmodus van de airconditioner in
KOEL-LED: signaleer de koele toestand
VERWARMINGS-LED: geef de verwarmingstoestand aan
ELEKTRISCHE VERWARMINGSKNOP: geef de elektrische warmtetoestand aan
KNOP OMLAAG: verlaag de temperatuur en de tijd
KNOP OMHOOG: verhoog de temperatuur en de tijd
VENTILATORSNELHEIDSKNOP: stel de ventilatorsnelheid in
HIGH SPEED LED: signaleer de werkstatus met hoge snelheid
MIDDLE SPEED LED: geef de werkstatus van de middelste snelheid aan
LED MET LAGE SNELHEID: signaleer de werkstatus bij lage snelheid
AUTO FAN LED: geef de automatische ventilatorstatus aan. Voor een automatische
ventilator wordt de snelheid gekozen door het verschil tussen de kamertemperatuur en
de ingestelde temperatuur.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >5°C, hoge snelheid.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >3°C, gemiddelde snelheid.
Kamertemperatuur — insteltemperatuur >1°C, lage snelheid.
TEMPERATUURWEERGAVE: op het display worden zowel de ingestelde temperatuur
als de omgevingstemperatuur weergegeven. Nadat de ingestelde temperatuur is inge-
steld, knippert de insteltemperatuur 15 minuten op het display, waarna het display de
omgevingstemperatuur gedurende 70 seconden weergeeft. Daarna wordt het display
uitgeschakeld bij de volgende aanpassing.
16
OSLO 4.2