Het instellen van de bovenklem
1.
Als de kist enigszins geheven is, behoort de bovenklem horizontaal of iets aflopend in de richting van de
voorplaat van de klep op de kist te liggen. Dit is als volgt in te stellen:
-
Pennen en borgveren van de bovenklem en pen en borgclip van de klemcilinder los nemen.
-
De hoogte van de bovenklem instellen m.b.v. de kist en de pennen met borging.
-
Bovenklem verticaal zetten, klemcilinder(s) geheel inschuiven en met de pen bevestigen aan het
kantelframe. Met de klemcilinder in uitgeschoven stand zal de bovenklem nu ± 10° door de 90° heen
gaan, dit is voldoende om de kist te klemmen.
2.
Als de kist met de achterkant tegen het kantelframe ligt, behoort de voorplaat van de bovenklem juist op de
rand van de kist te liggen en tegen de voorkant van de kist. Dit is als volgt in te stellen:
-
Draai de klembouten van de bovenklem los.
-
Schuif de klep tegen de kist en draai de bovenklem weer vast met de klembouten en borgmoeren
(105Nm).
-
De uitschuifkokers dienen zo ingesteld te worden dat ze net binnen de kistbreedte vallen.
Zorg ervoor dat de hydraulische slangen en elektriciteitssnoeren ook tijdens gebruik niet bekneld
kunnen raken.
De WIFO voorover-kantelaar is nu gereed voor gebruik.
18