4
Plaatsen van het apparaat
4.5.3 Bedieningspaneel aansluiten
3
Afb. 13
De aansluitkabel
Deze mag niet worden losgemaakt.
1. Steek de stekker
de achterzijde van het bedieningspaneel.
2. Zet de stekker vast met de twee schroeven
4.6
Inschakelen van het apparaat
Waarschuwing
Bij extreme temperatuurverschillen en een hoge luchtvochtigheid kan er condensvorming in het
apparaat optreden.
Beschadiging van het apparaat.
• Zorg zowel tijdens de opslag als tijdens het gebruik voor de juiste klimatologische
omstandigheden. Zie het hoofdstuk met technische gegevens
gegevens).
• Wacht na het transporteren van het apparaat vóór inschakelen van het apparaat ten minste 2 uur,
zodat het apparaat kan acclimatiseren.
Tip
Bij het inschakelen van het apparaat met de hoofdschakelaar mag niet tegelijkertijd op een toets
van het bedieningspaneel worden gedrukt, tenzij een specifieke functie wordt ingesteld. Voor meer
informatie, zie
(→ P. 40 – Toetscombinatie).
36
2
(→ "Afb. 13-1")
van het bedieningspaneel is vast verbonden met de microtoom.
(→ "Afb. 13-2")
van de aansluitkabel in de aansluitbus
Schakel het apparaat met de netschakelaar rechts achter in.
I = AAN; O = UIT
Het inschakelen wordt door een akoestisch signaal bevestigd.
Het apparaat wordt even geïnitialiseerd.
1
4
(→ "Afb.
13-4").
(→ "Afb. 13-3")
(→ P. 26 – 3.3 Technische
Versie 1.5, revisie H
aan