3.10
Branderdruk controleren
Op het gasregelblok bevindt zich een meetnippel waarmee de
branderdruk gemeten kan worden, zie figuur 14. Controleer de
branderdruk op alle gasregelblokken. De branderdruk moet zijn:
aardgas: 14,9 mbar
propaan 25,0 mbar
Moet de branderdruk gecorrigeerd worden verwijder dan de
afdekschroef van de drukregelaar. Onder de afdekschroef bevindt
zich de instelschroef. Verdraai de instelschroef rechtsom om de
branderdruk te verhogen en linksom om de branderdruk te
verlagen.
3.11
Luchttoevoerventilator instellen
De instelling van de luchttoevoerventilator wordt gecontroleerd door het drukverschil tussen de witte en zwarte slang
van de luchtdrukschakelaar te meten:
1.
Zet de regelthermostaat laag.
2.
Neem de beide slangen los van de
luchtdrukschakelaar.
Sluit de beide slangen (zwart = , wit = ) op een
3.
manometer aan.
4.
Zet de regelthermostaat hoog en lees het
drukverschil af. Het drukverschil moet 0,90 mbar zijn.
Moet de instelling van de luchttoevoerventilator
gecorrigeerd worden ga dan verder met stap 5. Is
geen correctie noodzakelijk ga dan naar stap 8.
5.
Draai de borgmoer van de instelschroef op de
ventilator los, zie figuur 15.
6.
Verdraai de instelschroef rechtsom om het
drukverschil te verhogen en linksom om het
drukverschil te verlagen.
7.
Draai de borgmoer van de instelschroef weer vast.
8.
Zet de regelthermostaat laag.
9.
Sluit de beide slangen weer aan op de luchtdrukschakelaar.
3.12
Temperatuurverhoging instellen
Deze paragraaf beschrijft een methode om het waterdebiet over de warmtewisselaar in te stellen indien men niet
beschikt over meetapparatuur waarmee een meting over de inregelafsluiter kan worden uitgevoerd. Het waterdebiet
kan ingeregeld worden door de temperatuurverhoging over de warmtewisselaar in te stellen:
1.
Zet de regelthermostaat laag.
2.
Aan de retour- en aanvoerzijde van de warmtewisselaar bevinden zich temperatuurmeters. Controleer de
aanwijzing van de beide temperatuurmeters, de aanwijzing moet gelijk zijn. Indien er een verschil is dan moet dit
verschil in de uitkomst van de temperatuurverhoging gecorrigeerd worden.
3.
Zet de regelthermostaat hoog. Lees na enige tijd, als de temperatuur gestabiliseerd is, het verschil in temperatuur
tussen de retour- en aanvoerzijde van de warmtewisselaar af. Dit verschil is de temperatuurverhoging. Tabel 3 geeft
de vereiste temperatuurverhoging over de wisselaar weer.
figuur 15: luchttoevoerventilator
11
figuur 14: gasregelblok