Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van De Carburateur; Carburator Afstellen; Gebruik In De Zomer / Winter - Makita DCS 6400 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor DCS 6400:
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellen van de carburateur

Het instellen van de carburateur dient ter verkrijging van een
optimaal functioneren, een zuinig verbruik en bedrijfsveiligheid.
Het moet bij warme motor, een schoon luchtfilter en een
correct gespande zaagketting geschieden. Laat u de
carburateur door een MAKITA vakwerkinrichting instellen.
De carburateur is in de fabriek bij luchtdrukomstandigheden op
zeewaterhoogte ingesteld. Bij andere hoogteverschillen,
weergesteldheden, temperaturen of luchtvochtigheid, alsook
door de inloopphase bij een nieuwe machine, kan het nodig
zijn, de instelling gering te corrigeren.
Voor een optimale instelling is een toerenteller (9, Bestel-
nr. 950 233 210) noodzakelijk.
De aangegeven instelling van de hoofdsproeier (H) mag
niet lager liggen. Gevaar van motorschade door
oververhitting en een tekort aan smeerstof!
Het instellen van de carburateur met de meegeleverde
carburateurschroevedraaier (8) uitvoeren. Deze bezit een
aangegoten neus, die als instelhulp dient.
Vóór het instellen van de carburateur de motor 3-5 minuten
warm laten lopen. Vermijdt u hoge toerentallen!
Voor een juiste instelling zijn de volgende werkstappen nodig:
1. Basisinstelling (bij uitgeschakelde motor)
Motor starten en warm laten lopen
2. Stationairgang instellen
3. Het hoogste toerental controleren
4. Het accelereren controleren
5. Het toerental van de stationairgang controleren
De stappen (vanaf punt 2) herhalen tot het stationair-
gangstoerental, goede acceleratie en het hoogst toelaat-
baar toerental bereikt zijn.
1. Basisinstelling
De instelschroeven voor hoofdsproeier (H) en stationair-
gangsproeier (L) behoedzaam tot aan de voelbare aanslag
rechtsom (met de wijzers van de klok mee) indraaien.
Instelschroeven (H) en (L) 1 linksom (tegen de wijzers van
de klok in) uitdraaien.
2. Stationairgang instellen
Het stationairgangstoerental overeenkomstig de techni-
sche gegevens instellen.
Bij rechtsom indraaien van de instelschroef (S): het
stationairgangstoerental loopt op. Bij linksom uitdraaien:
het stationairgangstoerental loopt terug. De zaagketting
mag niet meelopen.
Gebruik in de winter
Ter voorkoming van ijsafzetting in de carburator, die bij lage
temperaturen en hoge luchtvochtigheid optreedt, en om bij
temperaturen onder + 5°C sneller op bedrijfstemperatuur te
komen, kan warme lucht van de cilinder worden aangezogen.
Filterkap eraf nemen (zie bij Luchtfilter schoonmaken)
Inzetstuk (10) eruit trekken en in positie B voor winterbedrijf
insteken.
Bij temperaturen boven + 5°C moet steeds koude lucht worden
aangezogen. Bij het niet tijdig uitschakelen kan schade aan
de cilinder en zuigers ontstaan!
Bij temperaturen boven + 5°C het inzetstuk in positie A voor
normaalbedrijf steken.
Positie A
- normaalbedrijf
Positie B
- winterbedrijf
De filterkap weer aanbrengen.
L
3. Controleren van het hoogste toerental
Met de basisinstelling H=1 en L=1 bereikt men een
maximaal toerental van ca. 13.000 1/min. Om een hoger
toerental te verkrijgen (13.500 1/min, electronische
toerentalbeperking), mag men de instelschroef (H) ten
hoogste nog 1/4 draaiing rechtsom erin draaien. Bij het
inregelen is het hoogste toerental duidelijk aan het
hoorbaar uitvallen van onstekingen herkenbaar. Wenk:
Opgrond van de electronische toerentalbegrenzing (in-
regeling) bij 13.500 1/min is er op de toerenteller geen
maximaal toerental afleesbaar, omdat de ontstekings-
stroom wordt onderbroken. Attentie: De instelling (H)
3/4 toeren mag in geen geval worden onderlopen,
daar anders gevaar van motorschade bestaat.
4. Controleren van de acceleratie
Bij bediening van de gashendel moet de motor zonder
overgang van stationairgang naar hoge toerentallen
accelereren.
Bj te langzame acceleratie de instelschroef (L) in kleine
stappen tegen de wijzers van de klok in (linksom) eruit
draaien, maar dit maximaal 1/8 toeren meer.
5. Controleren van het stationairgangstoerental
Na het instellen van het maximaal toerental het statio-
nairgangstoerental controleren (de zaagketting mag niet
meelopen).
Herhaal het instelproces vanaf punt 2, tot het
stationairgangstoerental, goede acceleratie en het
hoogste toerental bereikt zijn.
B
A
10
8
9
S
H
D
E
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave