7.
BEDIENING
7.1.
Veiligheidsinstructies voor de bediening van het product
• Een beschadigd of defect toestel mag nooit worden gebruikt. Indien schade of
defecten worden gedetecteerd tijdens de inspectie of functietesten voorafgaand
aan bediening, moet het toestel worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld.
• De operator mag geen losse voorwerpen dragen, zoals kettingen, ringen, sjaals ...
aangezien deze verstrikt kunnen raken in de machine en zo de operator kunnen
verwonden.
• Bedien de pallettruck niet tenzij je ervoor opgeleid of bevoegd bent.
• Overschrijd het maximum laadvermogen niet.
• De operator moet veiligheidsschoenen en -handschoenen dragen bij het gebruiken
van de pallettruck.
• Laat een geladen schaarpallettruck nooit onbemand achter.
• De bestuurder is verantwoordelijk voor de pallettruck gedurende de tijd dat deze
wordt gebruikt. Hij of zij moet voorkomen dat onbevoegde personen de pallettruck
besturen of bedienen.
• Wanneer goederen getransporteerd of opgeheven worden, moeten omstanders
een minimumafstand van 1 meter bewaren.
• Breng de vorken zo weinig mogelijk omhoog bij het transporteren van goederen.
Transport met geheven vorken moet plaatsvinden aan lage snelheid en over de
kortst mogelijke afstand.
• Zorg ervoor dat de ondergrond het gecombineerde gewicht van de pallettruck en
de lading kan ondersteunen.
• Wees bewust van gevaarlijke situaties zoals richels of kuilen, hobbels en obstakels
op de vloer, vuil en hindernissen boven het hoofd.
• Zorg ervoor dat geen elementen het dalen van de vorken kunnen verhinderen.
• Gebruik de schaarpallettruck niet in explosiegevaarlijke omgevingen.
• Gebruik de schaarpallettruck niet op een helling. Hij is ontworpen voor gebruik op
effen en vlakke ondergrond.
• Het is verboden om passagiers mee te voeren of op te heffen.
• Het gewicht van de goederen moet evenredig worden verdeeld over de twee
vorken, gebruik niet slechts één vork. Het zwaartepunt van de goederen moet zich
in het midden tussen de twee vorken bevinden.
• Laad en los de pallettruck altijd met de vorken in de laagste stand.
• Onder normale omstandigheden beweegt de pallettruck zonder veel moeite of
geluid.
• Als de wielen slepen, zijn ze waarschijnlijk geblokkeerd door vuil in of rond de
assen.
• Indien de vorken uit zichzelf dalen, raadpleeg dan hoofdstuk 8 van de
probleemoplossingsgids.
• Balanceer de pallettruck niet aan de linker- of rechterkant. Hiermee loop je het
gevaar dat je de vorken verbuigt.
20/40