4.
TRANSPORT EN OPSLAG
4.1.
De schaarpallettruck parkeren
• Parkeer niet op een hellend oppervlak.
• Breng de vorken altijd volledig omlaag.
• Als de pallettruck langer dan een maand geparkeerd wordt, smeer dan de
benodigde onderdelen in, zie hoofdstuk 8.
• Parkeer in een droge en vorstvrije omgeving en bescherm tegen direct zonlicht
Parkeer de pallettruck veilig door deze stappen te volgen:
1. Breng de vorken naar de laagste stand door de hendel omhoog te trekken.
2. Schakel de stroom uit door de sleutelschakelaar uit te schakelen.
3. Als de parkeerduur minder dan een maand is, moet je de batterij volledig opladen. Als
de parkeerduur meer dan een maand is, moet de batterij eenmaal per maand worden
opgeladen (zie hoofdstuk 8).
4. De schaarpallettruck is geparkeerd.
4.2.
De schaarpallettruck transporteren
Veiligheidsinstructies voor veilig transport van de batterij:
• Vermijd hevige trillingen of externe impact. Gooien, rollen, omkeren, knijpen en
overmatig stapelen is verboden.
• Bescherm de batterij tegen regen tijdens transport.
• Zorg ervoor dat de batterij of het batterijpak is losgekoppeld van de lading of
batterijlader voorafgaand aan transport. Er mag geen enkele vorm van lading en
ontlading plaatsvinden.
Transporteer de schaarpallettruck veilig door de volgende stappen te volgen:
1. Controleer het typeplaatje om het gewicht van de pallettruck te kennen. Selecteer het
juiste materiaal overeenkomstig het gewicht (heftruck, kettingen en stroppen).
2. Bevestig de stroppen aan de pallettruck. De hefpunten worden aangegeven op de
pallettruck met de volgende sticker.
3. Hef de schaarpallettruck op met een kraan. Gebruik alleen een kraan met voldoende
capaciteit en bevestig de schaarpallettruck aan de kraan, zodat deze veilig kan worden
opgeheven.
4. Plaats de schaarpallettruck op een pallet met voldoende capaciteit.
5. Bevestig de schaarpallettruck op de pallet.
14/40