WAARSCHUWING:
Alleen opgeleide onderhoudsmonteurs zijn bevoegd de computerkap te verwijderen en met de componenten in de computer te
werken. Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens aan de computer te werken. Raadpleeg voor meer informatie
over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1. Pak het moederbord aan de blauwe vergrendelknop en de metalen lip vast, laat het onder een hoek van 45 graden in de behuizing zakken, in de
richting van het voedingscompartiment, totdat het moederbord vlak op de bodem van de behuizing ligt.
2. Zorg ervoor dat alle negen klemlipjes voor het bevestigen van het moederbord volledig in de negen sleuven in de bodem van de behuizing vallen.
3. Schuif het moederbord naar de achterzijde van de behuizing totdat de vergrendelknop op zijn plaats vastklikt.
4. Plaats de warmteafleider(s) en de processor(s) terug (zie
5. Plaats de geheugenmodules terug (zie
6. Sluit de bedieningspaneelkabel weer aan op het moederbord.
7. Sluit de vier ventilatorconnectors weer aan op het moederbord.
8. Sluit de voorste USB-kabelconnector weer aan op het moederbord.
9. Sluit de SATA_0-, SATA_1- en SATA_2-gegevenskabelconnectors weer aan op het moederbord.
10. Sluit de voedingskabels met de labels "P1," "P2", "P3" en "P4" weer aan op het moederbord.
11. Plaats de koelmantel terug (zie
12. Plaats de kooien voor de uitbreidingskaarten terug (zie
13. Breng de middensteun weer aan (zie
14. Plaats de computerbehuizing terug (zie
Terug naar inhoudsopgave
Een processor
Geheugenmodules
installeren).
De koelmantel
terugplaatsen).
Een kooi voor uitbreidingskaarten
De middensteun
terugplaatsen).
De computerkap
terugplaatsen).
installeren).
terugplaatsen).