H O O F D S T U K 3
Een interactive whiteboard gebruiken
Horizontaal of verticaal scrollen
Druk op het scherm met twee vingers van dezelfde hand.
Houd uw vingers op het scherm en beweeg omhoog, omlaag, naar
links of naar rechts. Laat het scherm los zodra u tevreden bent.
Een object draaien
Plaats een vinger aan beide zijkanten van het object dat u wilt draaien.
Houd een vinger op zijn plek en beweeg de tweede vinger snel om het
object heen. Laat het scherm los zodra u tevreden bent.
Best practices: gebaren en hulpmiddelen
Volg deze richtlijnen wanneer u gebaren en hulpmiddelen gebruikt met uw interactieve product.
Houd bij het aanraken uw vingers altijd haaks (onder een hoek van 90°) op het interactieve
oppervlak.
90°
90°
Zorg dat uw duim en andere vingers niet in de buurt van het interactieve oppervlak komen.
Hierdoor kunnen ongewenste opdrachten worden gegeven.
18