Restwarmte-indicatie
Als een kookzone warm is, brandt na
uitschakeling de restwarmte-indicatie.
De streepjes van de restwarmte-indica-
tie gaan een voor een uit naarmate de
kookzones verder afkoelen. Het laatste
streepje gaat pas uit als de kookzones
zonder gevaar kunnen worden aange-
raakt.
De restwarmte-indicaties knipperen
als er een stroomonderbreking op-
treedt tijdens gebruik of wanneer er
nog restwarmte is.
Gevaar voor verbranding door
hete kookzones.
Na het koken zijn de kookzones nog
heet.
Raak de kookzones niet aan als de
restwarmte-indicatie nog brandt.
Vermogensstand instellen (uit-
gebreid aantal standen)
Raak het gedeelte tussen de sensor-
toetsen aan.
De gekozen vermogensstand knippert
gedurende enkele seconden en brandt
daarna constant. Bij de tussenstanden
verschijnt een punt achter het getal.
Bediening
31