Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het
motoroliepeil controleren.
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze
schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal
terug (Figuur 11).
2. Haal de peilstok eruit en controleer het
oliepeil (Figuur 11). Als het peil onder de
Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan
lanzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het peil
de Vol-markeringhop de peilstok bereikt. Niet te
vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type:
SAE 30 reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie
SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum
Institute (API) of hoger.
3. Plaats de peilstok.
Figuur 10
Figuur 11
Motor starten
1. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de
handgreep (Figuur 12).
2. Trek het startkoord uit (Figuur 13).
Opmerking: Als de motor dan nog niet wil starten,
moet u contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
De zelfaandrijving gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van
de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam;
de maaimachine richt zich automatisch naar uw
loopsnelheid (Figuur 14).
8
Figuur 12
Figuur 13
Figuur 14