1. Naam papierformaat
Geef hier de naam op voor het toe te voegen papierformaat.
2. Automatische mediaconfiguratie
Informatie over het papier dat in de printer is geplaatst ophalen en weergeven. Raadpleeg voor meer
informatie uu Verwante informatie
Zet de printer op stand-by als u deze optie gebruikt. Er kan een storing optreden in de printer als u het
apparaat probeert te configureren tijdens het verwerken of afdrukken van een afdruktaak.
3. Papiertypen
Selecteer een soort papier.
4. Gedetailleerde instellingen
Geef details op voor het toe te voegen papierformaat.
5. Geavanceerde afdrukinstellingen
Klik op deze knop om het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen te openen en geavanceerde
instellingen op te geven voor de papierformaten.
6. Annuleren
De instellingen worden geannuleerd en het dialoogvenster wordt gesloten. De instellingen blijven
ongewijzigd.
7. Toevoegen
Klik op deze knop om het papierformaat toe te voegen en de instellingen toe te passen.
Dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen
1
2
3
4
5
1. Aanpassen referentiepunt voor afdrukken
U kunt het referentiepunt bijstellen (het nulpunt bij het afdrukken). Hiermee kunt u een verkeerde uitlijning
corrigeren, die het gevolg is van een verschil in het model printer of vaste marges in bepaalde software.
2. Afscheur aanpassing
Pas de afsnijpositie aan wanneer het papier wordt afgesneden met de afscheurbalk.
3. Energieverbruik
Pas de hoeveelheid warmte (energie) van de printkop aan, bijvoorbeeld voor speciaal papier.
Mogelijk ontstaan er verschillen in contrast in het afdrukresultaat als gevolg van omgevingsfactoren en het
gebruikte papier. Pas de vereiste instellingen aan.
7
6
149