•
Afdruksnelheid
De afdruksnelheid van de printer selecteren.
•
Afdrukdichtheid
De afdrukdichtheid van de printer wijzigen.
•
Voorste rand papier uitlijnen als de klep is gesloten
Geef aan of het papier al dan niet automatisch moet worden doorgevoerd als de klep wordt gesloten.
•
Uitgangsstand
De uitvoerlocatie voor het papier selecteren.
•
Auto Snijden
De afsnijmethode instellen als er meerdere labels worden afgedrukt.
•
Automatische snelheidsinstelling
De afdruksnelheid wordt automatisch ingesteld en er wordt afgedrukt met de optimale afdrukdichtheid.
Tabblad Geavanceerd
•
Functie toets Doorvoeren
De bewerking selecteren die moet worden uitgevoerd als op
instellingen is geselecteerd, klikt u op Bestand en selecteert u het opdrachtbestand.
•
Informatierapport afdrukken
Geef aan welke gegevens moeten worden opgenomen in het informatierapport van de printer.
•
Instelling JPEG afdrukken
Selecteer de beeldverwerkingsmethode voor het afdrukken van JPEG-afbeeldingen.
•
Serialis.modus
De methode voor serialiseren (nummeren) van afgedrukte labels instellen.
•
Printerlogboek opslaan
Geef aan of het printerlogboek al dan niet moet worden opgeslagen Als Uitschakelen is geselecteerd, kan
de optie Printerlogboek opslaan in bestand niet worden ingeschakeld.
•
afdrukgegevens na te zijn afgedrukt
Geef aan of de afdrukgegevens na het afdrukken moeten worden gewist.
Tabblad Afdrukpositie/sensoren
Als u RD-rollen gebruikt, hoeft u de sensors niet aan te passen.
•
Afdruk refferentie punt aanpassing
De positie van het referentiepunt bijstellen (het nulpunt bij het afdrukken). Hiermee kunt u een verkeerde
uitlijning corrigeren, die het gevolg is van een verschil in het model printer of vaste marges in bepaalde
software.
Het referentiepunt kan niet worden aangepast voor afdrukken op rasters.
•
Afscheur aanpassing
De positie van de afscheurbalk voor papier aanpassen.
•
Mediasensor (Transmissie/opening)
-
Detectiegevoeligheid
De gevoeligheid instellen voor het detecteren van openingen (ruimte) in gestanste labels.
-
Aanpassing luminescentie
De hoeveelheid licht aanpassen die wordt uitgestraald door de sensor transmissie/opening.
•
Mediasensor (Reflectief/Balk)
-
Markering detectiegevoeligheid
De gevoeligheid bepalen voor het detecteren van zwarte markeringen.
-
Aanpassing luminescentie
wordt gedrukt. Als Programma-
141