De ventilatoren kunnen als hieronder beschreven worden schoongemaakt.
1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen.
2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk 4.2.
3. Trek zachtjes aan de ventilator om toegang tot de kabels te krijgen.
4. Ontkoppel de voedingskabels van de ventilator. De kabels zitten naast de ventilatoren.
5. Trek de ventilatoren naar u toe. Hierbij is wat kracht nodig.
6. Maak de ventilatoren schoon met een doek of een zachte borstel. Gebruik geen water. Gebruik kunstterpentijn
(white spirit) voor het verwijderen van hardnekkige afzettingen.
Laat de ventilatoren goed drogen voordat ze weer worden gemonteerd.
7. Monteer de ventilatoren.
8. Vergeet niet de voedingskabels van de ventilatoren weer aan te sluiten.
9. Plaats de luiken aan de voor- en zijkant terug, zet ze weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding.
4.6
De rotor aandrijfriem vervangen
Gevaar
Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische
werkzaamheden worden verricht!
Als de alarmtekst Rotorbescherming wordt getoond kan de rotor aandrijfriem zijn beschadigd of gebroken, zie
hoofdstuk 3.2.3.
De unit wordt geleverd met een reserve aandrijfriem op de rotor van de warmtewisselaar.
1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen.
2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk 4.2.
3. Trek de warmtewisselaar er half uit om toegang tot de kabels te krijgen. Hierbij is wat kracht nodig. Gebruik de
handvaten.
4. Ontkoppel de netvoeding van de warmtewisselaar en de rotorsensor. Beide kabels zitten naast de warmtewisselaar.
5. Trek de warmtewisselaar naar buiten. Hierbij is wat kracht nodig.
Pas op
Kans op letsel! De warmtewisselaar weegt ca. 25 kg. Het risico bestaat dat de warmtewisselaar uit de unit
valt.
6. Verwijder de afdekkap van de warmtewisselaar aan de zijkant van de rotormotor (2) door de 12 schroeven te
verwijderen.
7. Verwijder de kapotte aandrijfriem.
25452313 | v01
Fig. 7 Toegang tot een gebroken rotor aandrijfriem
13
Onderhoud |