6.15.2
Systeemopties programmeren
Tip: Denk vóór aanvang van de programmering goed na hoe u de afzonderlijke kenmerken wilt programmeren en noteer
het in te voeren 2-cijferige statusnummer.
1.
Draai de sleutelschakelaar op
PRG.
2.
Selecteer Programmeernum-
mer 13 (zie paragraaf 6.1.2).
3.
Bevestig met de toets
┣CONTANT┫.
Op het display worden de eerste
systeemoptie en zijn huidige status
weergegeven.
4.
Voer het nummer van de
systeemoptie in die u wilt
programmeren, bijvoorbeeld
de 13.
Navigeer met de toetsen ┣↑┫ en
5.
┣↓┫ naar het invoergebied [ ].
6.
Voer het gewenste 2-cijferige
statusnummer in, bijvoorbeeld
de 51 (om de toetstonen uit te
schakelen).
7.
Bevestig met de toets
┣CONTANT┫.
8.
Beëindig de programmering met
de toets ┣Subtotaal┫.
6.15.3
Systeemopties printen
1.
Draai de sleutelschakelaar op
PRG.
2.
Programmeernummer 90 is
automatisch geselecteerd
(zie paragraaf 6.1.2).
3.
Bevestig met de toets
┣CONTANT┫.
Op het display wordt weergegeven
wat kan worden geprint.
Selecteer met de toetsen ┣↑┫ en
4.
┣↓┫ P-REGISTER.
5.
Bevestig met de toets
┣CONTANT┫.
Olympia
2011
Kasregister CM 940-F/941-F/942-F
Pag. 78
Invoer
=P-REGISTER
[32]
=P-REGISTER
[10]
[51]
Invoer
= INSTELLING
90.DRUK PRG LIJST
= INSTELLINGEN AFDRUK 1E
OMZETGROEPEN
PLU
LINK PLU
GEBRUIKER
FINANCIEEL
...
= INSTELLINGEN AFDRUK 10E
P-REGISTER
Technische wijzigingen voorbehouden!
Display
1- 1=
STATUS NR.Mx-My
13- 1=
STATUS NR.Mx-My
STATUS NR.Mx-My
Display
-90=