Gebruiksaanwijzing
Inleiding
Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de
graslaag. Groomen stimuleert verticale groei van
gras, vermindert vleugvorming en snijdt uitlopers
door, waardoor een dichtere grasmat ontstaat.
Groomen zorgt voor een uniformer en dichter
begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en
nauwkeuriger beweegt.
Groomen mag niet als vervanging voor verticuteren
worden beschouwd. Verticuteren is normaal
gesproken een rigoureuzere en periodieke
behandeling die het speeloppervlak tijdelijk kan
beschadigen, terwijl groomen een routinematige en
zachtaardigere behandeling is die is ontworpen voor
het verzorgen van de grasmat.
1. Uitlopers
Groomerborstels zijn minder schadelijk dan
traditionele groomermessen wanneer ze zijn ingesteld
om de graslaag licht te raken. Borstelen is beter voor
de ultra-dwergvariëteiten omdat deze grassoorten een
verticaal groeipatroon hebben en minder goed voor
een dichte begroeiing zorgen bij horizontale groei.
Borstels kunnen het bladweefsel echter beschadigen
als deze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de
graslaag dringen.
De messen van de groomer mogen nooit de grond
binnendringen. Ze zijn doeltreffend bij het doorsnijden
van uitlopers en het verwijderen van gazonvilt.
Aangezien groomen het bladweefsel enigszins
beschadigt, moet het tijdens erg belastende periodes
worden vermeden. Grassoorten voor het koele
seizoen zoals fioringras en straatgras moeten niet
gegroomd worden bij warm (en vochtig) weer in het
midden van de zomer.
Het resultaat van het groomen wordt beïnvloed door
veel verschillende factoren, zoals:
•
De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en
het weerpatroon
•
De algemene conditie van elke green
Figuur 18
2. Gazonvilt
•
De frequentie van het groomen/maaien – zowel
het aantal maaibeurten per week als het aantal
werkgangen per maaibeurt
•
De maaihoogte-instelling van de belangrijkste
messenkooi
•
De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi
van de groomer
•
Hoe lang de messenkooi van de groomer op de
green in gebruik is geweest
•
Het soort gras op de green
•
Het algemene onderhoudsprogramma van de
greens (d.w.z. beregening, bemesting, spuiten,
beluchting, overzaaien, etc.)
•
Betreding
•
Erg belastende periodes (d.w.z. hoge
temperaturen, hoge luchtvochtigheid,
ongebruikelijk intensieve betreding van de
grasmat)
Deze factoren kunnen per green verschillen.
Inspecteer de greens regelmatig en stem het groomen
af op de behoeften.
Er zijn verschillende assen voor de groomer
verkrijgbaar. Met de instelling van 13 mm kunt u
iets dieper groomen om uitlopers door te snijden
g006671
zonder de grasmat overmatig uit te dunnen. Door
afstandsstukken te verwijderen en messen toe te
voegen of door afstandsstukken toe te voegen en
messen te verwijderen kunt u de afstand van de
groomer tot het mes aanpassen van 6 mm tot 19 mm.
Opmerking:
voor periodes met snelle groei (van de lente tot de
vroege zomer) om de toplaag uit te dunnen. Groom
met een mesafstand van 19 mm voor periodes met
langzame groei (van de late zomer tot de herfst en
winter). Gebruik van de groomermessenkooi tijdens
erg belastende periodes kan de grasmat beschadigen.
Opmerking:
onjuiste of te agressieve manier gebruiken (d.w.z. te
diep of te frequent groomen) kan het gras onnodig
belasten en zwaar beschadigen. Gebruik de groomer
voorzichtig.
Opmerking:
het groomen. Hierdoor zal het effect van het groomen
worden verbeterd.
Opmerking:
rechte lijn werken. Wees voorzichtig als u de groomer
tijdens het gebruik draait.
De hoogte van de groomer
instellen
Belangrijk:
Stel de groomer nooit lager in dan
de halve maaihoogte tot 13 mm; vervolgens kunt
10
Groom met een mesafstand van 6 mm
De groomermessenkooi op een
Blijf de maairichting veranderen tijdens
Laat de groomer zoveel mogelijk in een