5.
Controleer of de wagen met cartridges niet wordt belemmerd.
Verwijder vastgelopen papier of andere objecten die de wagen met cartridges blokkeren. U moet de
wagen mogelijk naar rechts schuiven.
6.
Zorg ervoor dat de printkopvergrendeling goed is gesloten.
LET OP:
gevraagd.
7.
Sluit de toegangsklep voor de printkop en sluit vervolgens de voorklep.
8.
Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
NLWW
Open de printkopvergrendeling niet nadat u de printer hebt ingesteld, tenzij u hierom wordt
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer
47