c.
Schuif de printkop in de sleuf tot hij vastklikt.
d.
Herhaal stappen 2d t/m 3c om de andere printkop te vervangen.
e.
Sluit de printkopvergrendeling. Zorg ervoor dat de printkopvergrendeling goed wordt gesloten om
problemen te voorkomen, zoals het vastlopen van de wagen.
f.
Sluit de toegangsklep van de printkop.
38
Hoofdstuk 4 Inkt en printkop beheren
NLWW