Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inleiding; Opbouw Van De Md300 Centrale; Detectie-Eenheid; Ingebouwde Relaiskaart - Limotec MD300 Handleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

1 INLEIDING

Deze handleiding voor de installateur behandelt de opbouw en de werking van de MD300
conventionele centrale voor branddetectie en is bedoeld als een technisch document ter
ondersteuning.
Voor de bediening van de centrale verwijzen we naar de handleiding voor de gebruiker.

2 OPBOUW VAN DE MD300 CENTRALE

2.1 DETECTIE-EENHEID

De MD300 conventionele centrale voor branddetectie met microcontroller is overeenkomstig de
Europese Normen EN54-2/A1 en EN54-4/A2 opgebouwd.
De MD300 centrale is standaard met 16 detectielussen (circuits) opgebouwd. Elke detectielus dient
met een einde-lus-weerstand van 3,9kΩ
stroomverbruik van de detectielus gebaseerd. Een toestandswijziging van één of meerdere detectoren
wijzigt het totale stroomverbruik en resulteert in een alarm- of een foutmelding. De verschillende
detectieniveaus zijn per lus instelbaar.
Lusaansluiting

2.2 INGEBOUWDE RELAISKAART

De MD300 centrale voor branddetectie is standaard met één relaiskaart met 8 relais uitgerust. De
eerste 3 relais zijn overwaakte uitgangen, relais 8 is het fail-safe relais. Alle relais zijn vrij
programmeerbaar, behalve relais 8 (fail-safe relais), waar enkel een storingsvoorval kan aan worden
toegekend.
AANDACHT:
Een overwaakte uitgang wordt enkel overwaakt indien deze uitgang als actief in de parameters
werd ingesteld. Zodra een actieve overwaakte uitgang wordt onderbroken of kortgesloten, zal de
centrale voor branddetectie een "Sirenekringfout" melden.
Deze foutmelding kan tijdens werkzaamheden worden vermeden door de overwaakte uitgang
met een weerstand van 10kΩ te overbruggen.
www.limotec.be
½
W te worden afgesloten. Het detectieprincipe is op het
Detectielus
HI0300N01F
3
eindelusweerstand
3K9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave