3.
Stel de papierlengte in op het juiste
papierformaat.
4.
Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de
geleiders de stapel papier net raken, maar het
papier niet buigen.
De richting waarin u het papier in de lade moet
plaatsen is afhankelijk van het papierformaat. Zie
Afdrukstand van het papier in lade 3
op pagina 21
voor meer informatie.
OPMERKING:
Plaats niet te veel papier in de
lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de
bovenkant van de stapel niet boven de
maximale-hoogte-indicator uitkomt.
OPMERKING:
Als de lade niet goed wordt
ingesteld, kan tijdens het afdrukken een
foutbericht verschijnen of kan het papier
vastlopen.
20
Hoofdstuk 2 Papierladen
NLWW