5 Gebruik
5.2 Bloedsuikertest
voorbereiden
5.2.1 Gebruik van de prikhulp
Met de prikhulp kunt u eenvoudig,
snel, schoon en pijnloos een druppeltje
bloed voor de bloedsuikertest verkrijgen.
De prikhulp kan individueel op de ge-
voeligheid van uw huid ingesteld worden.
De aanpasbare punt is in 5 verschillende
prikdieptes instelbaar. Draai het dop-
uiteinde in de betreffende richting tot de
pijl op het cijfer met de gewenste prik-
diepte wijst.
Bepaal uw gewenste prikdiepte:
- 1 - 2 voor zachte of dunne huid
- 3
voor normale huid
- 4 - 5 voor dikke of cornea huid
18
WAARSCHUWING
Gebruik de lancet of de prik-
hulp nooit samen met andere
personen. Gebruik voor elke
test een nieuwe steriele lan-
cet. Lancetten zijn bedoeld
voor eenmalig gebruik. Ge-
bruikte teststrips en lan-
cetten worden beschouwd
als gevaarlijk, biologisch
niet afbreekbaar afval.
G
Werp de gebruikte teststrips
en lancetten zorgvuldig weg.
Als u de gebruikte onderde-
len bij het afval weg wilt wer-
pen, verpak ze dan mogelijk
zo dat een verwonding van
en/of een infectie van andere
personen uitgesloten is.
5.2.2 Aanbrengen van de
lancet in de prikhulp
Voor het gebruik van de prik-
hulp, moet u een lancet
aanbrengen.
WAARSCHUWING
Voordat u een bloedsuiker-
test uitvoert en voor het
gebruik van de prikhulp, leest
u hoofdstuk 2 Veiligheids-
aanwijzingen (p. 4 - 9), in het
bijzonder de delen 2.2 Aan-
wijzingen voor uw gezond-
heid (p. 5 - 7) en 2.3 Aan-
wijzingen voor het gebruik
van de bloedsuiker-teststrips
(p. 7 - 8) grondig door.