Transport en opslag
• De minimale hoogte (neem voor informatie hierover contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger) tussen de hijshaak en de vloer moet voldoende zijn om het
apparaat omhoog te kunnen hijsen.
• Met de hijsuitrusting moet het apparaat rechtop omhoog en omlaag kunnen worden
getakeld, bij voorkeur zonder dat u de hijshaak opnieuw hoeft aan te brengen.
• De hijsuitrusting moet goed zijn verankerd en in goede staat verkeren.
• De hijsuitrusting moet het gewicht van de gehele constructie ondersteunen en mag
alleen door bevoegd personeel worden bediend.
• Gebruik twee hijsuitrustingen om het apparaat voor reparaties op te hijsen.
• De hijsapparatuur moet berekend zijn op het gewicht van het apparaat en eventueel
aanwezige verpompte vloeistof.
• De hijsuitrusting mag niet te groot zijn.
Temperatuurbereik voor transport, hantering en opslag
Hantering bij vorst
Bij temperaturen onder het vriespunt moet er zeer voorzichtig worden omgegaan met het
product en alle installatieapparatuur, inclusief de hijsuitrusting.
Zorg dat het product is opgewarmd tot een temperatuur boven het vriespunt voordat er
wordt opgestart. Vermijd het handmatig draaien van rotorblad/propeller bij temperaturen
onder het vriespunt. De aanbevolen methode voor het opwarmen van het apparaat is
onderdompeling in de vloeistof die zal worden gepompt of gemixt.
Opmerking:
Gebruik nooit open vuur om het apparaat te ontdooien.
Apparaat in geleverde toestand
Als de unit zich nog steeds in dezelfde toestand bevindt zoals deze uit de fabriek is
gekomen en alle verpakkingsmaterialen onaangetast zijn, is het acceptabele
temperatuursbereik tijdens transport, hantering en opslag: –50°C (–58ºF) tot +60°C
(+140ºF).
Als het apparaat is blootgesteld aan vorst, laat u het eerst de omgevingstemperatuur
bereiken van de put voordat u het apparaat in werking stelt.
Het apparaat uit vloeistof hijsen
Het apparaat is normaliter vorstbestendig tijdens werking of ondergedompeld in
vloeistof, maar het rotorblad en de asafdichting kunnen bevriezen als het apparaat in een
omgevingstemperatuur onder het vriespunt uit de vloeistof wordt getild.
Apparaten die zijn uitgerust met een intern koelsysteem worden gevuld met een mengsel
van water en 30% glycol. Dit mengsel blijft vloeibaar bij temperaturen tot -13 °C. Onder
-13 °C neemt de viscositeit dusdanig toe dat het glycolmengsel zijn
stroomeigenschappen verliest. Het glycol-watermengsel zal echter niet volledig stollen en
is daardoor niet schadelijk voor het product.
Volg deze richtlijnen om vorstschade te voorkomen:
1. Verwijder zo nodig alle gepompte vloeistof.
2. Controleer alle vloeistoffen die worden gebruikt voor smering of koeling, zowel olie
als water-glycolmengsels, op de aanwezigheid van water. Vervang indien nodig.
10
VOORZICHTIG: Beknellingsgevaar
Verschillende soorten hijsapparatuur kan leiden tot letsel. Een locatie-
specifieke risicoanalyse moet worden uitgevoerd.
Flygt 3045 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud