Het apparaat leren kennen
nl
*Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
e n k e n n e n
H e t a p p a r a a t l e r
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Afhankelijk van het apparaattype zijn
Aanwijzing: .
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u de verschillende
functies van uw apparaat in. Hier ziet u een overzicht
van het bedieningspaneel en de indeling van de
bedieningselementen.
( Toetsen en display
De Toetsen zijn touch-velden waar sensoren
onder liggen. Tip alleen op het betreffende
symbool om de functie te kiezen.
Op het display zijn symbolen van actieve functies
en de tijdfuncties te zien.
0 Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethode of andere functies in.
U kunt de functiekeuzeknop naar rechts of links
draaien.
8 Temperatuurknop
Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur in
of kiest u de instelling voor andere functies.
De temperatuurknop kunt u vanuit de nulstand
alleen naar rechts draaien, tot de aanslag. Niet
daaraan voorbij.
Bij veel apparaten kunnen de schakelaars
Aanwijzing: .
worden ingedrukt. Om te ver- en ontgrendelen in de
nulstand op de schakelaar drukken.
8
Toetsen en display
Met de toetsen kunt u verschillende extra functies van
uw apparaat instellen. Op het display ziet u de
bijbehorende waarden.
Symbool
v' Tijdfuncties
Kinderslot
Min
A
Plus
@
--------
Display
De waarde die op een bepaald moment kan worden
ingesteld of afloopt, staat op de voorgrond van het
display.
Om de afzonderlijke tijdfuncties te gebruiken tipt u
meerdere keren op de toets v. Het betreffende
symbool waarvan de waarde op dat moment op de
voorgrond staat, is verlicht.
Betekenis
Wekker ,Q, Tijdsduur x, Einde y
en Tijd kiezen, door ze meerdere
keren aan te tippen.
Ovenfuncties via het bedieningspa-
neel blokkeren en deblokkeren door
ze ca. 4 seconden lang in te drukken.
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.