Installatiehandleiding
25
5.9 De pompen kalibreren
• Voer het geavanceerde managerswachtwoord of het geavanceerde servicewachtwoord in om het hoofdmenu te
openen.
• Activeer het menu Pompen (Pumps).
• Activeer het menu Kalibratie (Calibration).
• Activeer P1 in de lijst om het kalibreren van de eerste pomp te starten.
De verschillende stappen die tijdens de kalibratie gevolgd moeten worden, worden nu op het scherm weergegeven.
1. Plaats een opvangbak met ml-markeringen (minimale inhoud 300 ml) onder de uitlaatslang van de pomp die moet
worden gekalibreerd.
2. Druk op afspelen om de kalibratie te starten.
3. Druk op stop wanneer er 250 ml in de opvangbak zit.
4. Bewaar het resultaat voor de pomp.
De eerste pomp is nu gekalibreerd.
Doe hetzelfde voor alle pompen.
Let op:
U kunt voor het starten en stoppen van de kalibratie ook de servicetoets op de I/O22-kaart gebruiken.
250 ml
fig.8052