Het instellingenmenu
NEEM OP ZONDER KAART
NEEM OP ZONDER KAART
Kies of de sluiter kan worden ontspannen als er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Optie
Optie
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, kan de sluiter worden ontspannen om de camerafunctie te testen en de
ON ON
opname- en setupmenu's kunnen worden weergegeven.
De sluiter wordt uitgeschakeld als er geen geheugenkaart is geplaatst, zodat per ongeluk verlies van foto's
OFF
OFF
gemaakt zonder geheugenkaart wordt voorkomen.
SCHERPSTELRING
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te vergroten.
AE-L/AF-L-KNOP INSTELLING
AE-L/AF-L-KNOP INSTELLING
Wissel de functies van de AF-L en AE-L toetsen.
MODUS AE/AF-VERG.
MODUS AE/AF-VERG.
Als AE/AF-VERG B INDR is geselecteerd zal de belichting en/of de scherpstelling vergrendelen terwijl de AE-L- of AF-L-knop wordt
ingedrukt (P 77). Als AE/AF-VERG AAN/UIT is geselecteerd, zal de belichting en/of scherpstelling vergrendelen wanneer de AE-L- of
AF-L -knop wordt ingedrukt en zal vergrendeld blijven totdat de knop nogmaals wordt ingedrukt.
MODUS AF-VERGR.
MODUS AF-VERGR.
Kies de functie die de AF-L-knop vervult (P 77).
DIAFRAGMA-INSTEL.
DIAFRAGMA-INSTEL.
Kies de methode die wordt gebruikt om het diafragma aan te passen wanneer u lenzen zonder diafragmaringen gebruikt.
• AUTO + o HANDM.: Draai aan de achter-instelschijf om het diafragma te kiezen. Draai voorbij het kleinste diafragma om A (auto) te
kiezen.
• AUTO: Diafragma wordt automatisch geselecteerd; camerafuncties in belichtingsstand P (programma AE) of S (sluiter-prioriteit AE).
• HANDMATIG: Draai aan de achter-instelschijf om het diafragma te kiezen; camerafuncties in belichtingsstand A (diafragma-prioriteit AE)
of M (handmatig).
120
Beschrijving
Beschrijving