3.
HET IN EN UIT BEDRIJF
NEMEN VAN HET TOESTEL
In bedrijf nemen
1. Controleer of het toestel conform de montage voorschrif-
ten van Hoofdstuk 8 is aangesloten.
2. Steek de stekker van het naverwarmingstoestel in het
stopcontact.
3. Steek de stekker van de zonneboiler in het stopcontact.
Als de collectortemperatuur tussen 10
de collectorpomp eerst een testprogramma doorlopen. Dit
testprogramma duurt ca. 2 minuten. Dit is waarneembaar
in het display wat van 80 terugtelt naar 0. Hierna wordt het
toestel vrijgegeven voor de regeling.
Alles gaat goed:
Op het display wordt een teller weergegeven die van 80
naar 0 aftelt. Tijdens deze aftel-procedure worden de
zelftesten van het systeem uitgevoerd, de sensoren
gecontroleerd en de collectorpomp aangestuurd. Na de
aftel procedure worden afwisselend de temperatuur van
het tapwatervat en de bedrijfsstatus weergegeven.
Indien er voldoende licht op de collector valt voor het
opwarmen van de zonneboiler, zal de collectorpomp
worden ingeschakeld.
Gedurende de opstartperiode draait de collectorpomp op
hoogste toerental. Na de opstart-periode zal het toerental
van de collectorpomp automatisch op de meest optimale
snelheid worden geregeld.
De werking van het systeem wordt weergegeven door de
knipperende punt achter het rechter getal van het display.
Er gaat iets mis: kijk op het display
Het toestel doet niets. Ook het display licht niet op:
• Controleer of de stekker in het stopcontact zit,
• Controleer of er spanning op het stopcontact
staat.
Een optredende storing wordt door een knipperend
display zichtbaar gemaakt.
Hoofdstuk 11 geeft een overzicht van de mogelijk
optredende functie- en storingscodes.
De levering van warm tapwater wordt volledig door
de naverwarmer overgenomen.
Uit bedrijf nemen
Neem de stekker van de zonneboiler uit het stopcontact.
Voor het uit bedrijf nemen van de naverwarmer, zie de
handleiding van de naverwarmer.
6
Om te voorkomen dat onderdelen van uw installatie of
waterleidingen bevriezen, dient u;
• de ruimte waarin de zonneboiler is opgesteld vorstvrij
C en 130
C is zal
o
o
• de cv-installatie niet uitschakelen!
• vul de TerugLoopUnit collectorzijdig met zonneboiler
De naverwarmer moet altijd zo zijn ingesteld dat de
tapwatertemperatuur minimaal 60°C is.
Tijdens het opwarmen van het tapwatervat zal het systeem
altijd een minimale hoeveelheid energie gebruiken. De
afkoeling van het systeem is zeer gering. Er treden kleine
stilstandverliezen op. Het uitschakelen van de boiler bij
lange afwezigheid is daarom niet noodzakelijk.
De zonneboiler dient als voorverwarmer voor warm tap-
water. Er dient altijd een naverwarmer geplaatst te worden
om de juiste tapwatertemperatuur te garanderen.
Raadpleeg ook de handleiding van de naverwarmer.
Adviezen:
• Wijzig de instelling van het tapwatersetpoint
• Wijzig de instelling van het eventueel toegepaste
• Schakel de naverwarmer niet uit!
4. GEBRUIKERSADVIEZEN
In dit hoofdstuk worden een aantal handreikingen gedaan
om zoveel mogelijk voordeel van uw toestel en de installatie
te hebben. Raadpleeg ook de handleiding van de aangeslo-
ten naverwarmer.
Bevriezingsgevaar
te houden. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door de deur
naar de ruimte met de zonneboiler open te zetten.
vloeistof.
Naverwarmertemperatuur
Op vakantie?
Laat de stekker in het stopcontact!
Omgaan met warm water
(naverwarmer) niet!
thermostatisch mengventiel niet!