11. FUNCTIECODES, STORINGEN EN SERVICE ONDERDELEN.
De zonneboiler wordt door ingebouwde elektronica volledig aangestuurd en gecontroleerd. De boiler zal op het display een
knipperende functiecode weergeven als de normale werking is onderbroken.
11.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen
Blokkerende storingen: (codes 71, 72 en 80)
Het toestel is geblokkeerd. Als de oorzaak van de blok-
kade is weg genomen zal het toestel automatisch weer in
bedrijf komen.
Storing collectorsensor
•
Temperatuur van de collector is onder de -40
boven de 250
o
C;
•
Controleer de collectorsensor op juiste werking
(zie tabel 11.1);
•
Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;
•
Sensor is defect;
Storing temperatuursensor bovenzijde
zonneboiler
•
Temperatuur van de zonneboiler is onder de 0
boven de 100
C;
o
•
Controleer de bovenste boilersensor op juiste
werking (zie tabel 11.1);
•
Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;
•
Sensor is defect;
Storing temperatuursensor onderzijde
zonneboiler
•
Temperatuur van de zonneboiler is onder de 0
boven de 100
C;
o
•
Controleer de onderste boilersensor op juiste
werking (zie tabel 11.1);
•
Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;
•
Sensor is defect;
Communicatie onderbreking: (codes 82, 83 en 84)
Deze meldingen treden alleen op als er communicatie met
een OpenTherm thermostaat en/of OpenTherm ketel is
geweest. Melding wordt opgeheven zodra de communicatie
is hersteld.
Geen communicatie met OpenTherm ketel
•
Controleer de aansluitingen, en de bedrading
tussen DT4 en de naverwarmer op onderbrekin-
gen.
•
Controleer de werking van de naverwarmer.
Geen communicatie OpenTherm Thermostaat
•
Controleer de aansluitingen, en de bedrading
tussen DT4 en de thermostaat op onderbrekingen.
•
Controleer de werking van de thermostaat.
Geen communicatie OpenTherm ketel en
thermostaat
•
Controleer de aansluitingen, en de bedrading
tussen DT4, de naverwarmer en de thermostaat op
onderbrekingen.
•
Controleer de werking van de naverwarmer en de
thermostaat.
Let op!
Gebruik voor het (na)vullen van de TLU
uitsluitend zonneboilervloeistof
Vergrendelende storingen: (codes 74 en 75)
Het toestel is vergrendeld. De oorzaak dient opgelost te
worden. Hierna wordt het toestel gereset door bediening
van de drukknop op de besturing.
Geen collectorcirculatie
o
C of
•
Controleer het hoogteverschil tussen collector-
pomp en hoogste punt van de zonnecollector.
•
Controleer de aansluiting en werking van de
collectorpomp;
•
Controleer vulniveau in de TLU.
•
Controleer de doorverbinding van connector 12
(zie fig 12.2);
•
Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de
zonnecollector-sensor op juiste werking (zie tabel
C of
o
11.1 en fig 12.2);
•
Controleer de ingestelde applicatie (zie hiervoor
Hoofdstuk 9.4);
•
Controleer de collectorleidingen op verstopping, en
afschot.
Collectortemperatuur te hoog
De collectortemperatuur is na 5 minuten hoger dan
C of
o
130
C bij werkende collectorpomp;
o
•
Controleer het hoogte verschil tussen collector-
pomp en hoogste punt van de zonnecollector;
•
Controleer de aansluiting en werking van de
collector pomp;
•
Controleer vulniveau in het vat van de TLU.
•
Controleer de doorverbinding van connector 12
(zie fig 12.2);
•
Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de
collector-sensor op juiste werking (zie tabel 11.1
en fig 12.2);
•
Controleer de collectorleidingen op verstopping en
afschot.
Display weergave: (code 77)
Dit is alleen maar een melding. Melding wordt opgeheven
als de drukknop van de regeling wordt bediend
Inschakelvoorwaarde niet bereikt
•
De regeling is 30 dagen niet in bedrijf gekomen.
•
Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de
collector-sensor op juiste werking (zie tabel 11.1
en fig 12.2);
C
Ohm
o
0
32.150
5
26.310
10
19.860
15
15.890
20
12.490
25
10.000
30
8.060
Tabel 11.1
Elektrische weerstand van de sensoren
C
Ohm
C
Ohm
o
o
35
6.530
70
1.750
40
5.330
75
1.480
45
4.370
80
1.260
50
3.600
90
920
55
2.990
95
790
60
2.490
100
680
65
2.090
23