Wanneer de loopband aanstaat, kan de gebruiker de sensoren in de handvatten vasthouden om een hartslag te
detecteren. Voor een meer accurate waarde, hou de handen minstens 30 seconden op de sensoren en voer de test
uit wanneer de loopband stilstaat. De hartslag zal liggen tussen 50-200 en kan enkel als referentie dienen.
C.
Lichaamsvet
Druk op de
-toets om het VET-programma te activeren, en druk op de
de lengte en het gewicht in te stellen. De gebruiker kan "
te passen. Hou in de laatste fase (F5) de sensoren gedurende 8 seconden vast om het lichaamsvet te meten.
Geslacht(F1)
Leeftijd(F2)
Lengte(F3)
Gewicht(F4)
Gebaseerd op de Aziatische standaard F5: VET≤19
D.
Instelling door de gebruiker
Naast de 18 standaardprogramma's zijn er ook 3 instelbare programma's U1, U2 en U3 waaruit de gebruiker kan
kiezen.
1、Persoonlijk programma instellen
Wanneer de loopband aanstaat en op stand-by staat, druk herhaaldelijk op de "
tussen U1, U2 en U3. Het "tijd"-vakje begint te knipperen en toont de in te stellen tijd. Druk op "
", "
" om aan te passen en druk dan op de "
deze fase de snelheid of hellingsgraad aanpassen met "
of hellingsgraad in te stellen tot 20 periodes. Druk op het einde van iedere periode op "
volgende periode te gaan. De instellingen worden automatisch bewaard en blijven ook na een
stroomonderbreking bewaard.
Instellen parameters
Standaard
1 (man)
25 jaar oud
10-99 jaar oud
170 cm
100—220 cm
70 kg
20—150 kg
19<VET ≤25 -- Normaal gewicht
25<VET ≤29 -- Overgewicht
VET≥30
15
" en "
" of "
"en "
Schaal
1—2
-- Ondergewicht
-- Obesitas
"-toets om de parameter in te stellen. De gebruiker kan in
", "
" of "
-toets om het geslacht, de leeftijd,
" gebruiken om de waarde aan
Opmerking
1=man 2=vrouw
"-toets om te schakelen
", "
" om een specifieke snelheid
" om naar de
", "
", "