2. De motor stopt met draaien eenmaal de veiligheidssleutel uitgetrokken wordt. De toetsen op het scherm werken
nu ook niet meer.
1.4. Functietoetsen
"START","STOP", "
hellingsgraad: 3%,6%,9%.
① Wanneer de loopband stilstaat en de gebruiker op de "start"-toets drukt, zal de loopband opstarten in de laagste
snelheid.
② Wanneer de loopband aanstaat en de gebruiker op de "stop"-toets drukt, zal de loopband stoppen.
③ Met de "
"-toets kan de gebruiker wisselen tussen de manuele programma's "1,0", "p1-p14", "U1-U3" en "vet".
Het manuele programma is het standaard programma en gaat van 1,0 km/u tot
④
Met de "
"-toets kan de gebruiker wisselen tussen de drie verschillende aftelprogramma's, H-1 tot H-3. H-1
is een tijdaftelprogramma, H-2 en H-3 zijn respectievelijk afstands- en calorieaftelprogramma's. De gebruiker
kan "+" en "-" indrukken om de waarde in te stellen, gevolgd door de "start"-toets om de loopband te activeren
eenmaal de waarde ingesteld is.
⑤ Tijdens het instellen van andere programma's kunnen de "
waarden te verhogen/verlagen. Eenmaal de loopband gestart is, dienen ze enkel om de loopsnelheid te
verhogen/verlagen met een interval van 0,1km. Dit interval kan exponentieel verhoogd worden door de toets
langer dan 2 sec. ingedrukt te houden.
⑥
Tijdens het instellen van andere programma's kunnen de "
waarden te verhogen/verlagen. Eenmaal de loopband gestart is, dienen ze enkel om de hellingsgraad gradueel
te verhogen/verlagen. Dit interval kan exponentieel verhoogd worden door de toets langer dan 2 sec. ingedrukt
te houden.
⑦ Sneltoets snelheid: stelt de snelheid onmiddellijk in op 3 km/u, 6 km/u en 9 km/u.
⑧ Sneltoets hellingsgraad: stelt de hellingsgraad onmiddellijk in op graad 3, graad 6 en graad
1.5. Scherm
","
","
"、"
","
"、"
"。sneltoets snelheid: 3km/u, 6km/u, 9km/u。sneltoets
"- en "
"- en "
9.
13
16,0
km/u.
"- toetsen gebruikt worden om andere
"-toetsen gebruikt worden om andere