4.3.4
A-tArE
CHAIn.tr
A.CL-tr
4.3.5
AZM
4.3.6
ON/OFF
4.3.7
VIbrAt
LOW
MEd
HIGH
36
TARRA – tarrafunctie
Automatisch tarreren in-/uitschakelen
Volgende tarra in-/uitschakelen
Automatisch tarreren met automatisch wissen van het tarragewicht bij het ontlasten
van de weegschaal in-/uitschakelen
ZERO – automatische nulnasporing
Dit menupunt verschijnt niet bij geijkte weegschalen.
Automatische nulnasporing in-/uitschakelen en nulstelbereik kiezen.
Mogelijke instellingen: OFF (uitgeschakeld), 0,5 d; 1 d; 2 d; 5 d; 10 d
RESTART – automatische opslag van nulpunt en tarrawaarde
Als de functie "Herstarten" ingeschakeld is, worden het laatste nulpunt en de
tarrawaarde opgeslagen. Na het in-/uitschakelen of na een stroomonderbreking
werkt het apparaat met het opgeslagen nulpunt en tarrawaarde verder.
FILTER – aanpassing aan de omgevingsomstandigheden en aan de weegmethode
Aanpassing aan de omgevingsomstandigheden
•
Zeer rustige en stabiele omgeving. De weegschaal werkt zeer snel, maar is
gevoelig voor externe invloeden.
•
Normale omgeving. De weegschaal werkt met gemiddelde snelheid.
•
Onstabiele omgeving. De weegschaal werkt langzamer, maar is ongevoelig voor
externe invloeden.