Pos. Beschrijving
1
Bevestigingsplaat
2
Kolomprofiel
3
Diepteaanslag
3a,
Voorste steunvoet
3c
3b
Achterste steunvoet
3. Plaats de diepteaanslag (3), de achterste
steunvoet (3b) en de voorste steunvoeten (3a en
3c) in de juiste positie en las deze in een
werkplaats op het kolomprofiel (2). Zie
positienummers in afb.
SFG.xx.180 and SFG.xx.230
SFG.xx.180-230, profiel en steunvoeten. Bereken
de vereiste hoogte (H) van de SFG diepteaanslag
volgens de plaatsingsregels voor flowmakers. Zie
paragraaf Flowmakers.
3b
2
SFG.xx.180-230, profiel en steunvoeten
Pos. Beschrijving
1
Bevestigingsplaat
2
Kolomprofiel
3
Diepteaanslag
3a,
Voorste steunvoet
3c
3b
Achterste steunvoet
Er moet een minimale overlapping van
150 mm zijn tussen de voorste steun-
voeten (3a en 3c). Zie afb.
SFG.xx.130-230, profiel en steunvoe-
ten.
616
a4
X
SFG.xx.130
SFG.xx.180
SFG.xx.230
Pos. Beschrijving
a4
3
3c
3a
a4
1
SFG.xx.130-230, profiel en steunvoeten
4. Plaats de diepteaanslag (3) en de voorste
steunvoeten (3a en 3c) in de juiste positie en las
deze in een werkplaats op het kolomprofiel (2).
Zie positienummers in afb.
SFG.xx.130
y
β
a4
3c
α
3a
960 mm ≤ H ≤ 1700 mm
1170 mm ≤ H ≤ 1700 mm
1420 mm ≤ H ≤ 1700 mm
x
1450 mm
α
45°
β
min. 89,7° - max. 90°
3a,
voorste steunvoet
3c
y
500 mm
H
hoogte
β
a4
a4
H