Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik uitsluitend de hijsapparatuur die is
meegeleverd met het apparaat voor het
ophijsen van de mixer of flowmaker.
Voor afmetingen en gewichten, zie
and
weights.
5.2 Het product monteren
Zorg ervoor dat u bouten en moeren van RVS
gebruikt bij het installeren.
Gebruik smeer of alu-pasta met een borgmoer voor
smering en borging, of gebruik Loctite of een
vergelijkbaar product.
Draai alle moeren en bouten tot aan de volgende
aanhaalmomenten vast:
Bouten F-klasse 70
[Nm]
M6
8,8
M8
21,4
M10
44
M12
74
M16
183
M20
370
5.2.1 Ankerbouten
Ankerbouten die worden gebruikt voor het verankeren
van onderdelen in beton moeten de volgende
uittrekkracht hebben:
Maat
M12
M16
606
A.1. Dimensions
Bouten F-klasse 80
[Nm]
11,8
28,7
58
100
245
494
Uittrekkracht
[kN]
6
14
5.3 Plaatsing van mixers en flowmakers
Correcte plaatsing van mixers en flowmakers is
essentieel voor een juiste werking en lange
levensduur.
5.3.1 Mixers
Dompel de mixer zo diep mogelijk onder.
•
Als meer mixers in dezelfde tank worden
geïnstalleerd, mogen ze geen tegengestelde
volumestromen genereren.
•
De afstand tussen het uiteinde van de propeller
en de bodem van de tank, H
voor plaatsing van mixers, moet de helft van de
propellerdiameter bedragen.
•
SMG: De afstand van het uiteinde van de
propeller tot het vloeistofoppervlak moet ten
minste gelijk zijn aan de diameter van de
propeller. Zie H
ABOVE
plaatsing van mixers.
•
SMD: TDe afstand van het uiteinde van de
propeller tot het vloeistofoppervlak moet ten
minste 1,5 keer de diameter van de propeller
bedragen. Zie H
ABOVE
plaatsing van mixers.
•
De afstand tussen het uiteinde van de propeller
en de wand achter de mixer moet ten minste 1,5
keer de diameter van de propeller bedragen. Zie
L
in afb. Schets voor plaatsing van mixers
MIN
1
Schets voor plaatsing van mixers
in afb. Schets
MIN
in afb. Schets voor
in afb. Schets voor
Advertenties
Inhoudsopgave
