Pos. Beschrijving
L
1
MIN
H
2
ABOVE
H
3
MIN
5.3.2 Flowmakers
Dompel de flowmaker zo diep mogelijk onder.
•
De afstand tussen het uiteinde van de propeller
en de bodem van de tank moet 50 cm bedragen.
Zie H
in afb. Schets voor plaatsing van
MIN
flowmakers
•
De afstand van het uiteinde van de propeller tot
het vloeistofoppervlak moet ten minste 0,75 keer
de propellerdiameter bedragen. Zie H
afb. Schets voor plaatsing van flowmakers.
•
De afstand tussen het uiteinde van de propeller
en de wand achter de flowmaker moet ten minste
twee keer de diameter van de propeller zijn. Zie
L
in afb. Schets voor plaatsing van
MIN
flowmakers.
•
De zijdelingse afstand tussen het uiteinde van de
propeller en de wand van de tank dient ten minste
0,5 meter te bedragen.
•
Als er meerdere flowmakers parallel staan
opgesteld, moet de afstand tussen hun propellers
groter zijn dan de helft van de diameter van de
propeller.
•
De afstand van een kanaalbocht naar de propeller
en van de propeller naar beluchtingsruimten moet
ten minste de grootste waarde van de
kanaalbreedte en het vloeistofniveau zijn.
1
Schets voor plaatsing van flowmakers
in
ABOVE
607