8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de
warmtepompmanager.
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager worden uitgevoerd.
Indien het minimum waterdebiet door middel van een
overloopventiel
beveiligd
verwarmingssysteem
worden
instelling kan tot foutieve werking en een verhoogde elektrische
energiebehoefte leiden. Om het overloopventiel goed in te
stellen, adviseren wij als volgt te handelen:
Sluit alle verwarmingskringen, die ook bij een werkende
installatie afhankelijk van het gebruik gesloten kunnen zijn, zodat
het waterdebiet in deze bedrijfsstand zo ongunstig mogelijk is.
Dit zijn doorgaans de verwarmingskring in de ruimten aan de
zuid- en westkant. Er moet minimaal één verwarmingskring
geopend blijven (bv. badkamer).
Het overloopventiel moet zo ver worden geopend, dat bij de
actuele warmtebrontemperatuur het in de onderstaande tabel
aangegeven
maximale
verwarmingsvertrek
en
temperatuurverschil moet zo dicht mogelijk bij de warmtepomp
worden gemeten. Bij monoenergetische installaties moet het
verwarmingselement tijdens de inbedrijfstelling gedeactiveerd
worden.
Warmtebron-
temperatuur
tussen vertrek en terugloop ver-
van
tot
-5 °C
0 °C
1 °C
5 °C
6 °C
9 °C
10 °C
14 °C
15 °C
20 °C
21 °C
25 °C
www.dimplex.de
wordt,
moet
deze
op
afgestemd.
Een
verkeerde
temperatuurverschil
tussen
-terugloop
ontstaat.
max. temperatuurverschil
warming
10 K
11 K
12 K
13 K
14 K
15 K
452235.66.05 · FD 9205
9
Onderhoud / reiniging
9.1 Onderhoud
Om bedrijfsstoringen door opeenhoping van vuil in de
warmtewisselaars te voorkomen, moet ervoor gezorgd worden,
dat er geen vuil in het warmtebron- en verwarmingsinstallatie
terecht
kan
komen.
bedrijfsstoringen voordoen, moet de installatie worden gereinigd,
het
zoals hieronder beschreven wordt.
9.2 Reiniging verwarmingskant
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in de
verwarmingswaterkringloop
veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatiepompen of
kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom
dient er – met name bij de buizen van de vloerverwarming – op
een diffusiedichte installatie te worden gelet.
OPMERKING
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
Het
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het
warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de
condensor in de warmtepomp belemmert, moet een installateur
de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te
reinigen met een fosforzuur van 5% of, indien er vaker moet
worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In
beide
gevallen
kamertemperatuur zijn. Het is raadzaam de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan, het spoelapparaat direct op het vertrek en de terugloop van
de condensor aan te sluiten. Daarna moet er met geschikte,
neutraliserende middelen nogmaals grondig gespoeld worden,
zodat
beschadigingen
achtergebleven resten van een reinigingsmiddel worden
voorkomen.
De
zuren
moeten
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3 Reiniging aan de kant van de
warmtebron
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de filterzeef van de filter
worden gereinigd. Verdere controles moeten afhankelijk van de
mate van vervuiling worden bepaald. Is er geen vervuiling meer
zichtbaar, dan kan de zeef van de filter worden gedemonteerd,
om het drukverlies te reduceren.
SI 6TU - SI 18TU
Indien
er
zich
toch
oxidatieproducten
moet
de
reinigingsvloeistof
door
eventueel
in
het
voorzichtig
worden
gebruikt
dergelijke
(roest)
op
systeem
en
de
NL-9