6
Inbedrijfstelling
6.1
Controleren of de tractor geschikt is
Centaur BAG0069.1 12.08
Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over
het in bedrijf stellen van uw machine;
de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw
tractor kunt aansluiten/aankoppelen.
Voor het in bedrijf stellen van de machine moet de gebruiker
deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de
gebruiker", vanaf blz. 22 bij
het aan- en afkoppelen van de machine
het transporteren van de machine
het werken met de machine
De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de
machine transporteert dient daartoe geschikt te zijn!
Tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke
verkeersvoorschriften.
Zowel de eigenaar als bestuurder zijn ervoor verantwoordelijk
dat de machine voldoet aan de nationale verkeersvoorschriften.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, naar binnen
trekken en vastgrijpen hij de hydraulische of elektrische
onderdelen.
Blokkeer geen bedieningshendels op de tractor als deze hendels
hydraulische of elektrische functies direct uitvoeren, zoals in- en
uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch
stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende
regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen
die
continu zijn of
automatisch geregeld zijn of
voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben.
WAARSCHUWING
Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar
voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en
remvermogen van de tractor!
Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de
tractor koppelt.
Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe
geschikt zijn.
Voer een remmentest uit om te controleren of de tractor ook met
aangekoppelde machine over voldoende remvermogen
beschikt.
Inbedrijfstelling
47