2. Start de motor opnieuw.
3. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor
niet meer wil starten, is de benzine voldoende verbruikt.
De motor gebruiksklaar maken
1. Terwijl de motor nog warm is, ververst u de motorolie;
raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
2. Verwijder de bougie.
3. Giet met een oliekan ongeveer 30 ml motorolie in de
motor via de bougieopening.
4. Trek langzaam enkele keren aan het startkoord om de
olie over de cilinder te verdelen.
5. Monteer de bougie, maar sluit de bougiekabel niet aan
op de bougie. Bevestig de kabel zodat deze de bougie
niet raakt.
De maaimachine uit de stalling
halen
1. Vouw de handgreep uit; zie
instellen (bladz.
12).
2. Controleer alle bevestigingen en draai deze vast.
3. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met
behulp van het startkoord om overtollige olie uit de
cilinder te verwijderen.
4. Controleer de bougie en vervang deze indien hij vuil,
versleten of gebarsten is; zie de gebruikershandleiding
van de motor.
5. Plaats de bougie en draai ze vast tot de aanbevolen
torsie van 20 Nm.
6. Voer de vereiste onderhoudsprocedures uit; zie
Onderhoud (bladz.
7. Controleer het oliepeil in de motor; zie
motoroliepeil controleren (bladz.
8. Vul de brandstoftank met verse benzine; zie
brandstoftank vullen (bladz.
9. Laad de accu op (uitsluitend model met elektrisch
startsysteem); zie
De accu opladen (bladz.
10. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
18).
Hoogte van handgreep
17).
Het
10).
10).
19).
De
26