Draadloze temperatuursensor
nl
‚Draadloze
temperatuursensor
V oordat u voor het eerst gebruikmaakt van de
D r a a d l o z e t e m p e r a t u u r s e n s o r
kookfuncties, moet er verbinding tussen de draadloze
temperatuursensor en het bedieningspaneel worden
gemaakt.
Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor
In deze paragraaf vindt u informatie over de volgende
onderwerpen:
Verlijmen van de siliconenpatch
■
Het gebruik van de draadloze kooksensor
■
Reiniging
■
Batterij vervangen
■
U kunt de siliconenpatch en de kooksensor achteraf
aanschaffen in de vakhandel of via onze technische
servicedienst of officiële website. Geef hiervoor steeds
het juiste referentienummer op:
00577921
Set met 5 siliconenpatches
HZ39050
Kooksensor en set met 5 siliconenpatches
Siliconenpatch opplakken
Met behulp van de siliconenpatch wordt de
temperatuursensor vastgemaakt aan de pan.
Wordt een pan voor de eerste keer gebruikt met de
kookfuncties, dan moet de siliconenpatch er direct op
worden aangebracht. Belangrijk hierbij:
De plaats waar de patch wordt opgeplakt dient vrij
1.
van vet te zijn. De pan schoonmaken, goed drogen
en de plaats van de lijm inwrijven met bijv. spiritus.
De beschermfolie van de siliconenpatch nemen. Met
2.
behulp van het meegeleverde sjabloon de
siliconenpatch op de juiste plaats aan de buitenkant
van de pan lijmen.
De siliconenpatch over het hele oppervlak
3.
aandrukken, ook aan de binnenkant.
De lijm heeft een uur nodig om goed uit te harden. De
pan in deze tijd niet gebruiken of schoonmaken.
Aanwijzingen
De pan met de siliconenpatch niet gedurende
■
langere tijd in het zeepsop laten liggen.
Mocht de siliconenpatch loslaten, dan moet er
■
nieuwe worden gebruikt.
34
Draadloze temperatuursensor aanbrengen
De temperatuursensor zo op de siliconenpatch
aanbrengen dat hij zich perfect aanpast.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
■
voordat de temperatuursensor wordt aangebracht.
Plaats de pan op zo'n manier dat de
■
temperatuursensor naar de buitenzijde van de
kookplaat wijst.
De temperatuursensor mag niet op een andere hete
■
pan worden gericht, ter vookoming van
oververhitting.
Neem de temperatuursensor na het koken van de
■
pan. Bewaar hem op een schone, veilige plaats en
niet in de buurt van warmtebronnen.
U kunt maximaal drie temperatuursensoren
■
tegelijkertijd gebruiken.
De draadloze temperatuursensor verbinden
met het bedieningspaneel
Om de draadloze temperatuursensor te verbinden met
het bedieningspaneel, gaat u als volgt te werk:
Dockingmenu openen.
1.
Basisinstellingen openen en het menu-item
2.
Kooksensor kiezen.
De optie Nieuwe kooksensor toevoegen kiezen.
3.
Binnen 30 seconden op het symbool
draadloze temperatuursensor drukken.
Na enkele seconden verschijnt het resultaat van de
verbinding van de temperatuursensor met het
bedieningspaneel op het display.
Zodra de kooksensor correct verbonden is met het
bedieningspaneel zijn de kookfuncties beschikbaar.
Aanwijzingen
Een niet-correcte verbinding als gevolg van een
■
storing van de kooksensor kan zich voordoen
vanwege de volgende redenen:
– Bluetooth-communicatiefout.
– Het symbool op de kooksensor is niet binnen 30
seconden ingedrukt.
– De batterij van de kooksensor is bijna leeg.
Kooksensor resetten en de verbindingsprocedure
opnieuw uitvoeren.
Bij een niet-correcte verbinding vanwege een
■
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Is de verbinding nog steeds foutief, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
van de
»