nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
+
Wateronthardingsinsta
llatie /
Onthardingszout
V oor een goed afwasresultaat heeft
W a t e r o n t h a r d i n g s i n s t a l l a t i e / O n t h a r d i n g s z o u t
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af. Leidingwater is
harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet
onthard worden. Dit gebeurt met behulp
van onthardingszout (regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine. De instelling en
daarmee de benodigde hoeveelheid
zout is afhankelijk van de hardheid van
uw leidingwater (zie de volgende
waterhardheidstabel).
Tabel voor de waterhardheid
14
Onthardingsvoorziening
instellen
U kunt de hoeveelheid zout op •:‹‹ tot
•:‹ˆ instellen. Bij de instelwaarde •:‹‹
is geen zout nodig.
Zo stelt u de hoeveelheid zout in:
Hardheid van het leidingwater
1.
opvragen bij het plaatselijke
waterleidingbedrijf.
De benodigde stand opzoeken in de
2.
waterhardheidstabel.
AAN/UIT-schakelaar (
3.
inschakelen.
Programmatoets # ingedrukt
4.
houden en de START-toets P zo
lang indrukken tot in het
indicatievenster •:‹... wordt
weergegeven.
Beide toetsen loslaten.
5.
De indicatie van de toets #
knippert en in het indicatievenster
)" brandt de af fabriek ingestelde
waarde •:‹....
Programmatoets 3 indrukken.
6.
Met elke druk op de toets wordt de
instelwaarde één stand verhoogd;
zodra de waarde •:‹ˆ is bereikt,
springt de indicatie weer op •:‹‹
(uit).
START-toets P indrukken.
7.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.