Aanvullende Functies; Ruimte-/Toevoerluchtcascaderegeling; Nachtventilatie - Wolf REGELING CGL-2 Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor REGELING CGL-2:
- Bedieningshandleiding voor de installateur (80 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (36 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Ruimte-/toevoerluchtcasca-
deregeling
Nachtventilatie
6809505_202108
Aanvullende functies
Bij de ruimte-/toevoerluchtcascaderegeling wordt de
insteltemperatuur voor de toevoerlucht afhankelijk van de
regelafwijking van de ruimtetemperatuur gecorrigeerd.
Relevante parameters:
cascade-invloed LM100, naregeltijd cascade LM101,
minimumbegrenzing toevoerlucht (basisinstelling),
maximumbegrenzing toevoerlucht LM102
Voorwaarde:
Ruimtesensor (retourluchtsensor) en toevoerluchtsensor
De insteltemperatuur van de toevoerlucht is afhankelijk
van de bestaande belastingsverhoudingen in de ruimte. De
instelgrootte van de ruimtetemperatuurregeling wordt als
instelwaarde overgedragen naar de temperatuurregeling
van de toevoerlucht. Dit heeft tot gevolg dat de instelwaarde
voor de toevoerluchttemperatuur afhankelijk van de
ruimtetemperatuur verandert.
In de zomer wordt de ruimte met de nachtventilatie met koele
buitenlucht voorgekoeld voor de volgende dag.
Relevante parameters:
Nachtventilatie grenswaarde LM130; inschakelbediening Tr >
Tb LM131; Toegelaten buitentemperatuur LM132
Voorwaarde:
- Ruimtesensor (retourluchtsensor) en
buitentemperatuursensor aanwezig
- Klokprogramma op "UIT"
- Buitentemperatuur > minimale buitentemperatuur (LM132)
- Buitentemperatuur < ruimtetemperatuur + delta (LM131)
- Ruimtetemperatuur > instelwaarde ruimte (LM130)
- Werkt alleen bij voorafgaande selectie van hulpbedrijf
- Vrijgegeven van 01 maart tot 31 oktober
- Vrijgegeven van 20:00 uur tot 07:00.
Gevolgen:
- De ventilatoren worden ingeschakeld.
- Toerental volgens parameter LM060
- Het verwarmingsregister WTW wordt uitgeschakeld
- De buitenluchtkleppen geopend
- Instelwaarde voor in-/uitschakelen nachtventilatie volgens
parameter LM130.
Wanneer de nachtventilatie geactiveerd wordt, wordt tijdens
de eerste 7 minuten een sensorwaardecontrole uitgevoerd.
(ventilatortoerental volgens parameter LM060, bewaking van
de temperaturen van buitenlucht, retourlucht/ruimtelucht)
Wanneer de voorwaarden volgens parameters LM130 -
LM132 voldaan zijn, werkt de nachtventilatie verder. Wanneer
er niet aan wordt beantwoord stopt de nachtventilatie terug.
Wanneer binnen de vrijgavetijd voor de nachtventilatie een
uitschakeling gebeurt (parameter LM130 onderschreden),
dan wordt na 125 minuten gedurende 7 minuten een nieuw
testverloop geactiveerd.
Om de nachtventilatie efficiënt te kunnen gebruiken moet de
buitentemperatuursensor in het toestel gedeactiveerd worden
en naar buiten verplaatst worden.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
