Inhoudsopgave
Advertenties
————————————————————————————————————————————————————
NAAISTEKEN
3
NAAISTEKEN
OVERHANDSE STEKEN
Met de overhandse steken kunt u in één handeling naden naaien en afwerken. Ze zijn ook handig om stretchstof
te naaien.
Steek
Zigzagsteek
J
04
3-punts
J
05
zigzagsteek
G
06
Overhandse
G
07
steek
J
08
*Acht.: Achteruit
**Verst.: Versteviging
a
Bevestig overhandse steekvoet "G" of
zigzagvoet "J".
b
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 27).
Plaats de rand van de stof tegen de geleider
c
van de persvoet en zet de persvoethendel
omlaag.
a Geleider
32
Patroonnr.
Toepassing
Overhandse steken
04
04
04
naaien en applicaties
bevestigen
Overhandse steken
naaien op middelmatig
05
05
05
dikke stof of stretchstof,
elastiek bevestigen,
stoppen, enz.
Overhandse steken
06
06
06
naaien op dunne of
middelmatig dikke stof
Overhandse steken
07
07
07
naaien op dikke stof
Overhandse steken
08
08
08
naaien op stretchstoffen
***Gebruik geen achteruitsteken
Steekbreedte
Steeklengte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
Auto-
Auto-
Handmatig
matisch
matisch
3,5
0,0–7,0
1,4
(1/8)
(0–1/4)
(1/16)
5,0
1,5–7,0
1,0
(3/16)
(1/16–1/4)
(1/16)
3,5
2,5–5,0
2,0
(1/8)
(3/32–3/16)
(1/16)
5,0
2,5–5,0
2,5
(3/16)
(3/32–3/16)
(3/32)
5,0
0,0–7,0
2,5
(3/16)
(0–1/4)
(3/32)
d
Naai met de rand van de stof tegen de
persvoetgeleider.
a Naaldpositie
VOORZICHTIG
● Nadat u de steekbreedte hebt aangepast,
draait u het handwiel langzaam naar u toe
(tegen de klok in) om te controleren of de
naald de persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald verbuigen of
breken.
Handmatig
***
0,0–4,0
Ja
Ja
Acht.
(0–3/16)
( J )
0,2–4,0
Ja
Nee
Verst.
(1/64–3/16)
( J )
1,0–4,0
Nee
Nee
Verst.
(1/16–3/16)
1,0–4,0
Nee
Nee
Verst.
(1/16–3/16)
0,5–4,0
Ja
Nee
Verst.
(1/32–3/16)
( J )
1
*
**
**
**
**
Advertenties
Inhoudsopgave
