1. Voorste handbescherming - Beschermkap tussen de
voorste handgreep en de zaagketting om de hand tegen
letsel te beschermen en om een betere controle over de
kettingzaag te hebben, indien de hand van de handgreep
glijdt.
Deze kap wordt gebruikt om de kettingrem te activeren,
zodat het draaien van de ketting wordt gestopt.
2. Achterste handgreep (voor de rechterhand) -
Handgreepsteun aangebracht op de bovenkant van het
motorhuis.
3. Chokeregelknop - Voorziening voor het verrijken van
het brandstof-/ luchtmengsel in de carburateur om een
koude start te vergemakkelijken.
4. Geluiddemperkap - Dek de geluiddemper af, zodat de
gebruiker het hete oppervlak van de geluiddemper niet
kan aanraken.
5. Veiligheidssticker - Onderdeelnummer X505-007710
6. Kettingspanner - Hiermee wordt de kettingspanning
afgesteld.
7. Koppelingskap - Beschermkap voor het zaagblad, de
zaagketting, de koppeling en het kettingwiel wanneer de
zaag in gebruik is.
8. Kettingvanger - Een uitstekend gedeelte dat is bedoeld
om het risico te verminderen dat de rechterhand van de
gebruiker door de ketting wordt geraakt, wanneer de
ketting tijdens het zagen breekt of van het zaagblad
afloopt.
9. Zaagblad - Onderdeel dat de zaagketting ondersteunt
en geleidt.
10. Ketting - Ketting die als zaaggereedschap fungeert.
11. Voorste handgreep (voor de linkerhand) -
Steunhandgreep aangebracht aan de linkerkant van het
motorhuis.
12. Brandstoftankdop - voor het afsluiten van de
brandstoftank.
13. Oliereservoirdop - Voor het afsluiten van het
oliereservoir.
Beschrijving
14. Starthendel - De greep van de starter, voor het starten
van de motor.
15. Bougiekap - Bedekt de bougie.
16. Pal van bougiekap - Voorziening voor het aanbrengen
van de bougiekap.
17. Filterdekselvergrendeling - Voorziening voor het
aanbrengen van het luchtfilterdeksel.
18. Luchtfilterdeksel - dekt het luchtfilter af.
19. Opvoerpomp - Als u de motor start, drukt u drie of vier
maal op de opvoerpomp.
20. Veiligheidssticker - Onderdeelnummer X505-010230
21. Handgastrekker - Voorziening waarmee de gebruiker
met de vinger het motortoerental regelt.
22. Handgastrekkerblokkering - Een veiligheidshendel
moet worden ingedrukt voordat de handgastrekker kan
worden geactiveerd, om onbedoeld bedienen van de
handgastrekker te voorkomen.
23. Ontstekingsschakelaar - Voorziening voor het in- en
uitschakelen van het ontstekingssysteem zodat de motor
gestart of gestopt kan worden.
24. Ophangoog - Voor het werken op hoogte moet de
gebruiker geoefend zijn in veilige klimtechnieken en het
gebruik van alle aanbevolen veiligheidsuitrusting.
25. Bedieningshandleiding - Bijgevoegd bij de machine.
Lees deze handleiding aandachtig door alvorens de
machine te gebruiken en bewaar haar voor latere
raadpleging, om u vertrouwd te maken met de juiste en
veilige bedieningstechnieken.
26. Gereedschap - T-sleutel 13 x 16 mm (combinatie van
schroevendraaier / bougiesleutel) en L-sleutel.
27. Zaagbladkap - Kap voor de kettinggeleider en de
zaagketting, die wordt aangebracht ten behoeve van het
vervoer en wanneer de kettingzaag niet in gebruik is.
14