11
Onderhoud - algemeen
11.7
Aandrijfriem
11.7.3
Riemspanning controleren/instellen
KM000-383
Als de riemaandrijving gespannen is, moet de weergave (1) vlak afsluiten met de bovenkant
van de drukveer (2).
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü De bescherming is gedemonteerd,
ü De riemaandrijving is gespannen,
Controleren of de weergave (1) vlak afsluit met de bovenkant van de drukveer (2).
Wanneer de weergave (1) vlak afsluit met de bovenkant van de drukveer (2), is de
riemspanning in orde.
Wanneer de weergave (1) niet vlak afsluit met de bovenkant van de drukveer (2), moet de
riemspanning worden ingesteld.
De riemaandrijving ontspannen,
De moer (4) losmaken.
Wanneer de weergave zich boven de drukveer bevindt:
De huls (3) er verder uitdraaien (linksom draaien).
Wanneer de weergave zich onder de drukveer bevindt:
De huls (3) er verder indraaien (rechtsom draaien).
De moer (4) vastdraaien.
De riemaandrijving spannen,
Tot de weergave (1) bij gespannen riemaandrijving vlak afsluit met de bovenkant van de
drukveer (2) de procedure herhalen.
De bescherming (5) van de riemaandrijving monteren,
114
zie
Pagina 25.
zie
Pagina 112.
zie
Pagina 113.
zie
Pagina 113.
zie
Pagina 113.
zie
Pagina 112.
EasyCut F 360 CV
Originele handleiding 150000815_05_nl