26
Installatie- en gebruikershandleiding Local Console
Afbeelding 3.3: scherm Apparaten
Als het LCM2 toestel een trapsgewijs opgesteld toestel detecteert, verandert de nummering van de
poorten voor de doelapparaten die onder dat toestel vallen. Bijvoorbeeld: als het toestel is
aangesloten op ARI-poort 6, dan wordt de poort van het toestel aangeduid met 06 en de
doelapparaten die onder het toestel vallen, worden achtereenvolgens aangeduid als 06-01, 06-02
enzovoort.
Voer de volgende stappen uit om een apparaat type toe te wijzen:
1.
Selecteer het poortnummer in het scherm Apparaten.
2.
Klik op Wijzigen. Het scherm App. wijzigen wordt weergegeven.
Afbeelding 3.4: scherm App. wijzigen
3.
Selecteer of tik het aantal poorten dat wordt ondersteund door het trapsgewijze toestel en klik
op OK.
4.
Herhaal stap 1 tot 3 voor elke poort waaraan u een apparaattype wilt toewijzen.
5.
Klik op OK in het scherm Apparaten om de instellingen op te slaan.