1
Maak de zaagbladmoeren
los die het
koppelingdeksel/
kettingrem vergrendelen.
Gebruik de combisleutel.
Haal de zaagbladmoeren
manueel zo hard mogelijk
aan.
2
Til de zaagbladpunt op en
strek de ketting door aan
de kettingstrekschroef te
draaien met behulp van
de combisleutel. Strek de
ketting tot hij niet langer
slap hangt aan de
onderkant van het
zaagblad.
3
Gebruik de combisleutel
en haal de zaagblad-
moeren aan terwijl u
tegelijkertijd de zaag-
bladpunt omhoog houdt.
Controleer of de ketting
gemakkelijk rond kan
gedraaid worden met de
hand en of hij niet naar
beneden hangt aan de
onderkant van het
zaagblad.
De plaats van de kettingstrekschroef kan verschillen van model
tot model. In het hoofdstuk
hij op uw model zit.
14
– Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
"Wat is wat"
wordt aangegeven waar
4 Zaaguitrusting smeren
!
Onvoldoende smeren van de zaaguitrusting
kan een breuk van de ketting veroorzaken wat
tot ernstige en zelfs dodelijke verwondingen
kan leiden.
A Zaagkettingolie
• Een zaagkettingolie moet een goede aanhechting hebben
aan de zaagketting, en tevens goede vloei-eigenschappen
hebben, of het nu een warme zomer of een koude winter is.
• Als fabrikant van motorkettingzagen hebben wij een optimale
zaagkettingolie ontwikkeld die door zijn plantaardige
grondslag bovendien biologisch afbreekbaar is. Wij bevelen
het gebruik van onze olie aan voor zowel een maximale
levensduur van de zaagketting als voor behoud van het
milieu.
• Als onze zaagkettingolie niet verkrijgbaar is, bevelen wij
gewone zaagkettingolie aan.
• In gebieden waar oliën die speciaal bedoeld zijn voor het
smeren van zaagkettingen niet verkrijgbaar zijn, kan
transmissieolie EP 90 worden gebruikt.
• Gebruik nooit afvalolie!
Deze is schadelijk voor zowel uzelf als de zaag en het milieu.
B Kettingolie bijvullen
• De motorkettingzaag heeft
automatische ketting-
smering. De oliestroom is
verstelbaar.
• De kettingolietank en de
brandstoftank zijn zo
gedimensioneerd dat de
motor stopt bij gebrek aan
brandstof voor de kettingolie
op is. Dit betekent dat de
ketting nooit helemaal
zonder smering is.
Deze veiligheidsfunctie
vereist echter wel dat men
de juiste kettingolie gebruikt
(met te dunne en
dunvloeiende olie raakt de
kettingolietank leeg voor de
brandstof op is), dat men
onze aanbevelingen met
betrekking tot de
carburateurinstelling volgt
(met een te "magere"
instelling gaat de brandstof
langer mee dan de
kettingolie) en dat men onze
aanbevelingen met
betrekking tot de
maaiuitrusting volgt (een te
lang zaagblad heeft meer
kettingolie nodig).
Op modellen met
verstelbare oliepomp
moeten de hierboven
genoemde voorwaarden
vervuld worden.