LeT Op!
Indien rookgasafvoersystemen
met een lengte langer dan 5 me-
ter toegepast worden, adviseert
Daalderop het gebruik van een
condensafscheider. Deze con-
densafscheider wordt geplaatst
tussen de CombiPact en het
rookgasafvoersysteem.
2.6 AAnsluITen vAn De gAsleIDIng
De gasleidingaansluiting (G) bevindt zich aan de onderzijde van het toestel en is voorzien van
een gele markering.
Figuur 14: Gasaansluiting
Figuur 15: Luchttoevoer- en
rookgasafvoeraansluiting
2.7 AAnsluITen vAn heT AFvOersysTeeM
De aansluitingen voor de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer (Ø 80 mm) bevinden zich
aan de rechterbovenzijde van het toestel (fig. 15).
Figuur 16: Afvoermogelijkheden van het toestel
1. Controleer of de gassoort en de voordruk
aangegeven op het typeplaatje van dit
toestel overeenkomen met de lokale
leveringscondities.
2. Raadpleeg de NPR 3378 (NEN 1078, GAVO), om
de juiste diameter voor de gasleiding te bepalen.
Geadviseerd wordt minimaal Ø 22 mm of 3/4"
toe te passen.
3. Controleer de gasleiding op vervuiling
vóórdat u het toestel aansluit. Daarmee
voorkomt u dat de gasregelapparatuur
verstopt raakt.
4. Bij het toestel dient een gaskraan gemonteerd te
worden.
5. Sluit de gasleiding op het toestel aan.
6. Ga na of alle verbindingen gasdicht zijn.
1. Sluit het toestel aan op een goedgekeurd
afvoersysteem of afvoerconstructie volgens de
NEN 1078 (GAVO) voor gesloten HR-toestellen.
Zie figuur 16 voor afvoermogelijkheden van het
toestel.
2. Sluit het toestel aan volgens de richtlijnen en
normen zoals voorgeschreven in het land waar
het toestel geïnstalleerd wordt.
3. Parallel Systeem
Controleer de lengte van het afvoersysteem.
De maximale weerstand voor het afvoersysteem
bij Ø 80 mm is 177 Pa. Dat wil zeggen 32 meter
voor het toevoerkanaal en 32 meter voor het
afvoerkanaal. Met de weerstand van de univer-
sele gevel- of dakdoorvoer is al rekening ge-
houden. Deze kan dus buiten beschouwing
worden gelaten.
4. Concentrisch afvoersysteem
De maximale lengte van het concentrische VLT/
VGA-systeem Ø80/125 mm bedraagt; 20 meter.
Met de weerstand van de universele gevel- of
dakdoorvoer is al rekening gehouden.
07.94.12.124.2
20
Installatievoorschrift